Briefjes

Mijn hele leven wordt er al aan mij gevraagd uit te kijken naar bepaalde boeken. Dat is sinds ik in de kringloopboekwinkels begon niet anders. Voor mijn ene buurman neem ik alle boeken van Leonard de vries mee, voor mijn andere buurman alle molenboeken. Dat zijn de echte verzamelaars. Afgelopen week kreeg ik vraag naar twee titels, Christos Tsiolkas, De klap (goede recensie gekregen), ook uitgegeven als dwarsligger, en Kader Abdolah, Papagaai vloog over de Ijssel (boekenclub boek). Beide boeken gaan over de botsing van culturen. Ik zal er naar uitkijken.

Er is ook een categorie boeken die ik noteer (op briefjes) waarvan ik blij ben dat ze zijn verschenen na lezing van de recensie, maar waarvan ik (bijna) zeker weet dat ik ze niet zal gaan lezen (het leven is kort). Dat waren de afgelopen week Paul Collier, The future of capitalism (It is the most revolutionary work of social science since Keynes ) en Douglas Rushkoff, Team Human, allebei boeken over de uitwassen van het kapitalisme en het individualisme, maar ook boeken die oplossingen aandragen.

Ik las ook een recensie die mijn aandacht trok over het boek van Sanne Kanis, De bubbel, waarin een jonge vrouw zich afvraagt of de luxe techwereld waarin ze leeft nog wel spoort met haar eigen ethische grenzen (die moet Rushkoff Team Human maar eens gaan lezen). Ik las in de recensie dat het een beetje chicklit-achtig was, dus misschien moet ik dat toch maar overslaan. Momenteel lees ik met heel veel plezier, ik had het boek een half jaar geleden aangevraagd en kreeg het nu pas binnen, Stephen Fry, Een jongensleven, een autobiografie. Een heerlijk boek waarin de schrijver zichzelf op een genadeloze manier op de snijtafel legt. Dit boek gaat over het kostschoolleven van 7 tot 20 jaar. Ik heb regelmatig zitten schateren. Maar dat kan ook niet anders nadat je hem volgde in de series A bit of Fry and Laurie en The young ones. Als ik nog eens het vervolg De Fry kronieken (20 tot 40 jaar) in handen krijg ga ik die zeker lezen.