Ik heb het weer altijd een leuk onderwerp gevonden om over te praten. Ik weet ook heel vaak van jaren geleden wat voor weer het was in bepaalde jaargetijden. Heb in een grijs verleden nog een jaar geografie gestudeerd, maar het was een te technische studie. Maar de interesse is wel altijd gebleven. Ik had in de bibliotheek een boek waar ik helemaal weg was van was, Jan Buisman, Duizend jaar weer, wind en water in de lage landen. Vanaf het jaar 763 kun je bijna op de dag nauwkeurig bekijken wat het weer was door research in alle bronnen die Jan Buisman kon vinden. Er zouden 8 delen verschijnen, maar de teller staat nu op zeven.
Toen de grote destructie begon in de bibliotheek na de fusie in 2008 van een aantal bibliotheek rond Alkmaar moest alles er aan geloven “want binnen 10 jaar gaat alles allemaal digitaal zijn”. Dat betekende ontmanteling van de muziekbibliotheek (bladmuziek), de wetboekencollectie, de kunstcollectie, de naslagcollectie en nog veel meer. Ik heb in die periode stad en land afgebeld om boeken te behoeden voor vernietiging. Dat lukte aardig voor de bladmuziek, maar voor andere collecties veel minder. Een boek waar ik spijt van heb dat ik het niet zelf heb gehouden is het boek van Jan Buisman. Het archief dat ik benaderde had het boek al in de collectie, uiteraard, en ik nam het mee en verkocht het aan een liefhebber op de rommelmarkt. Wist ik in ieder geval dat het niet de papiermolen in ging.
Recentelijk heb ik een boek op mijn verlanglijst gezet van Jenny Offill dat ik tegenkwam in een artikel van Joost de Vries in de Groene Amsterdammer. Het ging om het boek Weersverwachtingen. Daarin beantwoordt een bibliothecaresse brieven van ‘klimaatangstigen’ en ‘eindtijddenkers’.
In het artikel van Joost de Vries gaat het over klimaatcrisis en hoe dat grote onderwerp bijna geen rol speelt in romans. Amitav Ghosh besprak dat probleem in zijn essay The great derangment een jaar geleden, “..de klimaatcrisis is een crisis van de cultuur en dus van de verbeelding”. De paar boeken waar het klimaat een rol in speelt, de zogenaamde cli-fi, Margaret Atwood’s de MaddAddam-trilogie, Cormac McCarthy, The road, en Richard Powers, The overstory, gaan allemaal over het individu dat overleeft, terwijl Ghosh de klimaatcrisis ziet als een collectief probleem.
Het boek van Jenny Offill vangt volgens een recensent ‘iets essentieels in onze huidige gesteldheid, een soort pre-traumatische stress veroorzaakt door wat we weten en wat we niet weten’. Volgens de Vries is dit boek vooral een boek over het NU, ‘omdat het laat zien hoe moeilijk we ons het STRAKS kunnen voorstellen. Dat gebrek aan die verbeelding van de toekomst, zoals Ghosh al aanwees, is wat ons zo verlamt.’ En die oproep doet Ghosh in dit essay aan schrijvers, probeer het ondenkbare te denken want politici zullen dat niet doen. Ik kan bijna niet wachten om met het boek te beginnen. Ik kon het nog niet reserveren (sprinterboek?) en heb het daarom maar op mijn verlanglijstje gezet. Ik bedacht ineens ook dat Barbara Kingsolver waar ik een enorme fan van ben door haar boek De gifhouten bijbel, al in 2012 een cli-fi boek schreef, namelijk Vluchtgedrag. Op de site van Goodreads staan trouwens veel meer titels die misschien maar eens vertaald moeten worden. Het Nederlandse taalgebied komt er maar karig vanaf.