Toen ik vier geleden met pensioen ging ben ik heel veel dingen op gaan ruimen en weg gaan gooien. Maar er bleef toch nog genoeg over voor mijn naasten als ik overlijd om uit te zoeken. Daarom ben ik vandaag begonnen met de tweede ronde er weer is er toch van alles over gebleven. Ik had alle recensies van boeken die we in de boekenclub bespraken bewaard. Die zijn nu ook in de papierbak verdwenen. Wat ik nu nog heb bewaard zijn alle verslagen van de boekenclub van de afgelopen dertig jaar zodat we in ieder geval de titels van de gelezen boeken kunnen inzien. Ook heb ik alle lijsten van klassiekers die de afgelopen decennia zijn verschenen (zoals bijvoorbeeld De mooiste boeken uit de wereldliteratuur van het tijdschrift Armada, 100 boeken die geschiedenis maakten 1892-1992, De ideale bibliotheek, 100 boeken die iedereen gelezen moet hebben enz. enz) bewaard. Daar kunnen we misschien nog nieuwe titels uit halen voor de komende dertig jaar. Ook de artikelen over klassieken, wat het zijn, waarom we ze moeten lezen enz. bewaard. Ook heb ik van alle blogs (2007-2017) die ik heb geschreven voor Bibliotheekblad een print gemaakt. Ondanks dat ik die ook digitaal heb wil ik ze toch nog bewaren. Ik heb ook alle reacties van mensen nadat ik gestopt was met bloggen (we moesten het voortaan maar gratis doen!!) Ik merkte wel dat je snel verdwaald in de stapels recensies en toch de neiging krijgt om er af en toe wat uit halen. Zo vond ik een stapeltje gedichten van Fernando Pessoa, in de vertaling van August Willemsen, waar ik destijds diep van onder de indruk was. Die heb ik nog even achter gehouden. Waarschijnlijk schrijf ik de komende tijd vaker over iets wat ik in die stapel ben tegen gekomen en wat ik nog even wilde bewaren ter inspiratie.
Deze week heb ik een paar titels genoteerd uit de Minibieb der onvolprezen boeken van de VPRO waarin een aantal bekende schrijvers titels aanbevelen die een groter publiek verdienen. Bijvoorbeeld Elizabeth Strout , Ik heet Lucy Barton en Edward W. Said, Ontheemd, een jeugd in het Midden-Oosten. Hij is bekend geworden van het standaardwerk Oriëntalisme. Een paar titels had ik al gelezen, bijvoorbeeld, David Vann, Legende van een zelfmoord , en Axel Munthe Het verhaal van San Michele (dat laatste boek werd me een keer aangeraden door een oudere heer, lid van de bibliotheek die het het mooiste boek vond wat hij ooit had gelezen en inderdaad het was een schitterend boek). Dit is wat bol.com er over zegt.
Weinig boeken hebben de verbeelding van de lezer zozeer gegrepen als het levensverhaal van de Zweedse arts Axel Munthe. Met 32 miljoen exemplaren wordt het voor de bestverkochte roman van de 20ste eeuw gehouden en tot vandaag voert het jaarlijks tienduizenden bezoekers naar Capri. Het verhaal van San Michele is een levenslustig boek, geschreven door een levenslustige Zweed, die zowel armendokter in Napels was als lijfarts van het Zweedse koningshuis. Munthe vertrouwt de lezer de hoogte- en dieptepunten van zijn leven toe: een reis die van het sprookjesland van beren en trollen uit zijn kindertijd naar Parijs voert, waar hij zich als modedokter nauwelijks staande kan houden tussen zoveel vrouwelijk schoon met ingebeelde kwalen. Korte tijd werkt hij in het inferno waar Louis Pasteur onder grote maatschappelijke kritiek zijn strijd tegen hondsdolheid voert. Tenslotte vertrekt hij naar Napels, om te helpen tijdens een cholera-epidemie. Uiteindelijk leiden alle wegen naar Capri: zon, adem en leven, een schuilplaats tegen de dood. Door de jaren heen bouwt hij er uit brokstukken van het tot ruïne vervallen paleis van keizer Tiberius zijn Villa San Michele, die nog steeds te bezichtigen is op Capri. Het verhaal van San Michele is een tocht langs pooiers en bedelaars, nonnen, hoeren en dwergen, maar vooral langs Munthes eigen angst en overmoed, zijn begeerte en verdriet, zijn mededogen en sprankelende vertelkunst. Munthe schreef Het verhaal van San Michele in 1927 op Capri, in de verwachting dat een oogziekte hem binnenkort blind zou maken. Het werd in 45 talen vertaald en was meteen een onwaarschijnlijk succes. Hemzelf verraste het nog het meest. Op de vraag wat de magie van dit boek is, wist hij niet eens het genre te benoemen. Memoires? Eigenlijk niet, want het ging immers meer over anderen dan over hemzelf, en tja, er kwamen ook trollen in voor. Brokken en scherven van een prachtige ruïne, daar hield hij het op.