Kunst

Ik zit al jaren in een groepje kunstliefhebbers. We trekken er regelmatig met een aantal vrienden een weekendje of een dag op uit om van alles te bekijken. We zijn naar Essen (Een bezoek aan ‘Zeche Zollverein’ is een absolute must-do. Deze oude kolenmijn en cokesfabriek staat vanwege de Bauhaus-architectuur op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO) in Duitsland geweest, naar Insel Hombroich, Document. naar de Biënnale in Venetië, maar wat we bijna jaarlijks doen is een weekendje naar het Belgische Watou, dat in de zomer twee maanden wordt omgetoverd tot een waar kunstfestijn. Nationale en internationale kunstenaars, bekend en onbekend wordt ten toon gesteld in oude boerenschuren en huizen. https://www.kunstenfestivalwatou.be/nl/watou-2021/. En afgelopen week hebben we voor het eerst in lange tijd weer eens iets om naar uit te kijken. Want naast de wandelingen door het kunstdorp is ook de sfeer in het dorp met zijn paar terrassen aan een pleintje aan de kerk een attractie. Ik las net in de Groene Amsterdammer weer een stekelige reactie op de uitspraak van Hugo de Jonge dat we als we kunst misten maar een Dvd’tje op moesten zetten. Tja, wat hadden we anders verwacht. Ook in de Groene een artikel over dat Rutte altijd zijn VVD-standpunten weet door te drukken bij de andere partijen. Nou, dat hebben we geweten met onze ministers van cultuur)

In de NRC van afgelopen week stond in de boekenbijlage een boek wat mijn aandacht trok, het was van Kees Vuyk, Oude en nieuwe ongelijkheid, over het failliet van het verheffingsideaal. Verheffingsideaal, een woord waar ik tijdens mijn bibliotheekopleiding mee opgroeide. De verantwoordelijkheid om een mooie collectie voor een stad (in mijn geval Alkmaar) op te bouwen waar mensen inspiratie, kennis en troost zouden kunnen vinden heeft mijn hele leven als leidraad gediend. Misschien dat ik het de komende tijd eens ga bestellen in de bibliotheek. Kees Vuyk heeft een paar jaar geleden ook al een dergelijke boek geschreven, De feilbare mens, waarom ongelijkheid zo slecht nog niet is. Een boek over de misvatting van liberalen dat niet slagen in het leven altijd je eigen schuld is.

En nu nog even over het nieuwe boekenprogramma Brommer op zee van Wilfried de Jong en Ruth Joos. Ik vind het een mooie aanwinst voor de boekenbranche. De verschillende onderdelen zijn goed op elkaar afgestemd zonder dat het hapsnap aanvoelt. Afgelopen week was er een interview met Chris De Stoop, waar ik eerder al eens het boek Dit is mijn hof had gelezen. Over het verdwijnen van het oude boerenleven wat eeuwenlang Europa domineerde (was niet 80/90 procent van de mensen boer tot 100 jaar geleden?). Het nieuwste boek van De Stoop Het boek Daniel gaat over de moord op zijn oom die als laatste van zijn geslacht is overgebleven op een boerderij waaraan de modernisering is voorbij gegaan. Ik ben al halverwege want ik was de afgelopen dagen weer eens wat langer in de trein. Mooi boek.

In een uithoek van het land, waar het platteland nog enigszins standhoudt, brandt de oude vierkantshoeve van Chris de Stoops oom Daniel af. In het puin wordt het lijk van de bejaarde boer aangetroffen. In de daaropvolgende weken wordt een jeugdbende opgerold, die ervan verdacht wordt Daniel vermoord te hebben.

De Stoop, geschokt door de dood van zijn oom, pleit zelf namens de familie in de rechtszaak. Na het proces gaat hij nog een stapje verder: hij gaat de confrontatie aan met de jonge daders.

In Het boek Daniel vertelt hij op aangrijpende wijze hoe twee verschillende werelden samenkomen. Hij zoekt gerechtigheid voor een oude boer voor wie niemand nog wil opkomen, maar ontrafelt ook wat er broeit in hangjongeren die lak hebben aan alles en iedereen.

Een liefdevol, meeslepend en waargebeurd verhaal – een oefening in empathie die nog lang in het hoofd van de lezer zal nawerken.