Athleisure

Ik heb al heel lang niet over mode geschreven. Ik lees dat veel vrouwen daar veel minder mee bezig zijn (leeftijd?). Nu met de coronatijd is er helemaal geen tijd meer voor mode voor veel vrouwen. Comfort is het belangrijkste nu we veel thuis zitten. Ik las afgelopen week in de Groene wel een interessant artikel over iets waar ik nog niet eerder over had gehoord, athleisure kleding. Het essay ging over de schoonheidseisen voor vrouwen en dat die alleen maar strenger zijn geworden. En dat dat wordt verkocht als zelfoptimalisatie, zodat dat past in een feministische visie. Volgens de schrijfster Jia Tolentino is de kern van het probleem dat mainstream feminisme zich heeft moeten aanpassen aan het patriarchaat en het kapitalisme om mainstream te kunnen worden. Oude eisen zijn niet verworpen maar zijn alleen in een nieuw jasje gestoken, schrijft ze. Werken aan je uiterlijk wordt ‘selfcare’ genoemd om het vooruitstrevend te laten klinken. In 1991 las ik een boek van Naomi Wolf, De zoete leugen of de mythe van de schoonheid, een boek dat Tolentino aanhaalt. Het werken aan het huishouden werd vervangen door het werken aan het uiterlijk. Een verrassende analyse waar ik me helemaal in kon vinden. Zonder verder op het artikel in te gaan vind ik de analyse van zelfoptimalisatie het interessants. Er is tien jaar geleden een bedrijfstak ontstaan die daarvoor een uniform heeft bedacht; athleisure, kleding die je draagt als je bezig bent of de wens hebt om je leven te optimaliseren. Eerst was er de zwarte legging met tanktop, tegenwoordig heb je de cosmic-hippie-look (geometrische patronen, prints van sterrenstelsels), een monochrome LA-look (mesh, neutrale kleuren, honkbalpet), een minimalistische gemêleerde Outdoor Voices-stijl en een stortvloed van verschrikkelijke slogans. Allemaal peperduur natuurlijk.

Het was me allemaal ontgaan, want ik koop al 35 jaar geen kleding meer behalve af en toe wat in de uitverkoop. Tot ik bijna een jaar geleden naar de sport school ging en me verbaasde over de verschillende stijlen sport-kleding. Ik had nog steeds het idee in mijn hoofd van twintig jaar geleden, maar dat beeld klopte niet meer. Het is jammer dat ik nu niet meer naar de sport-school kan want nu zou ik al die stijlen die in het artikel genoemd worden herkennen. Zelf had ik voordat ik ging sporten tweedehands wat op de kop getikt. Afgelopen zaterdag zag ik Barbara Baarsma in de krant in een sport-outfit, het leek me de monochrome LA-look (veel blauw met een honkbalpet). Athleisure schijnt vooral ontworpen te zijn voor de thuisblijven de moeders, studenten, fitnessinstructeurs, modellen in hun vrije tijd. Wel voor vrouwen die veel geld hebben te besteden. In die positie ben ik nooit geweest. Ik doe het al heel lang met de kruimels die van de tafel vallen. Maar dat die kruimels steeds groter werden had alles te maken met de welvaart van de afgelopen dertig jaar en ook met de eisen die aan vrouwen worden gesteld. Ik heb veel gelezen over de vervuilende mode-industrie en was blij dat ik er geen deel van uit maakte. Maar ik ben ook onderdeel van die kapitalistische gekte om maar te groeien en te groeien. Door de coronacrisis zal daar hopelijk een einde aan komen. Of door hogere prijzen, of door deglobalisering. Het zal heel spannend worden hoe de wereld zich zal ontwikkelen. Maar dat de mode-industrie getroffen zal worden is zeker.

Als laatste uit het artikel nog een term die ik ook niet kende; enclothed cognition, wat inhoudt dat kleding met een bepaalde culturele connotatie je denkproces kan beïnvloeden. Tolentino beargumenteert dat de echt truc van athleisure is dat “de kleding suggereert dat je was voorbestemd om dat te doen, dat je het persoon bent dat denkt dat goed betaald hard werk voor het bestaan als een hoogfuntionerende, hyperaantrekkelijke consument de best mogelijke manier is om je tijd op aarde door te brengen.” Moet ik toch meteen aan Barbara Baarsma in die sportkleding denken, en aan de overdrive waarin ze ging toen ik haar de laatste keer zag in DWDD.