Boekenclub

Afgelopen week was het weer zover, de tweemaandelijks boekenclub. Het boek dat uiteindelijk werd gekozen voor de volgende keer : Jeroen Brouwers, Cliënt, E. Busken. Arnon Grunberg, Bezette gebieden, Jens Grondahl, Portret van een man en Dansende beren van Witold Szablowski vielen af. Deze schrijver was vorige zondag te zien in het programma In Europa van Geert Mak. Een interessant interview waarin hij parallellen trekt tussen de beren die de vrijheid terug krijgen na de val van de muur en die weer terug willen naar hun slavenbestaan en de bevolking van de communistische landen die ineens de vrijheid moesten uitvinden. En daar heel veel moeite mee hebben. Het boek van Manon Uphoff, Vallen is als vliegen, leverde interessante discussies op. Er was zelfs een boekenclub lid die het boek niet uit wilde lezen omdat het hem te veel werd. Nou, dat zegt nogal wat. Er kwamen ook veel persoonlijke verhalen naar voren. Het is een belangwekkend thema, daar was iedereen het wel over eens. Naar aanleiding van het boek van Menasse, De hoofdstad (over de Brusselse politici) kwam het boek van Erving Goffmann Total institutions voorbij. Het beeld wat oprijst is niet iets om vrolijk van te worden. Ik vond het een politiek pamflet, gegoten in een roman. Ik was niet de enige die er moeite mee had. A total institution is a place of work and residence where a great number of similarly situated people, cut off from the wider community for a considerable time, together lead an enclosed, formally administered round of life. The concept is mostly associated with the work of sociologist Erving Goffman.

Andere boeken die voorbij kwamen. Dan Sleigh, Stemmen uit zee (over de geschiedenis van de Kaap kolonie aan de hand van twee vrouwen), Bas Heijne, Mens/onmens, Hans de Bruijn, De handen van Cicero, retorische antwoorden op de retoriek van onze tijd, André Aleman, Het seniorenbrein, de ontwikkeling van onze hersenen na ons vijftigste, en André Kinneging, De onzichtbare maat, archeologie van goed en kwaad.