Boos

Afgelopen feestdagen weer veel in de trein gezeten, de ideale gelegenheid om te lezen. Ik kreeg van de Groene, een heel leuk boekje: De negentien boeken die ons boos maakten. Essay’s van de medewerkers van De Groene samengesteld door Joost de Vries (Clausewitz en De republiek). Op de kaft staat het hoofd van Houellebecq, een schrijver waar ik het meeste werk wel van gelezen heb en die me juist niet boos maar vrolijk maakt. Dit boekje is al de derde in een reeks: De twintig boeken die ons denken veranderden (2015) en De 21 romans die onze blik veranderden (2016).

 

Een groot deel van de commentaren op de besproken schrijvers is een groot feest van herkenning. Nabokov‘s Lolita, Foudraine’s Wie is van hout, Buikhuisen‘s Kriminilogie in biosociaal perspectief, Houellebecq‘s Platforme, van der Heijden‘s Grijs verleden, maar er zaten er ook een paar bij die ik tot mijn schande niet kende. Allemaal Amerikaanse titels trouwens, Allan Bloom‘s The closing of the American mind (een aanklacht op de academische cultuur in Amerika), Charles Murray’s The bell curve (over de erfelijkheid van intelligentie) en Eldridge Cleaver‘s Soul on ice (een zwarte man die vrouwen en homo’s haatte).

Er waren geen boeken bij die ik achteraf nu nog zou willen lezen, maar deze essay’s geven een mooi overzicht van een veranderende perceptie op bepaalde problematiek. Sommige boeken zijn hun tijd duidelijk vooruit (Buikhuisen), anderen zouden nu niet meer gepikt worden door de lezers (Cleaver). Maar ze hebben allemaal een ding gemeen, ze zijn allemaal nog verkrijgbaar. De Vries constateert dat boeken relevant blijven, zolang ze ons boos maken. Een heel leuk boek om in de trein te lezen.