Boekentips

Ik heb al heel lang niet over mode geschreven. Ik lees dat veel vrouwen daar veel minder mee bezig zijn (leeftijd?). Nu met de coronatijd is er helemaal geen tijd meer voor mode voor veel vrouwen. Comfort is het belangrijkste nu we veel thuis zitten. Ik las afgelopen week in de Groene wel een interessant artikel over iets waar ik nog niet eerder over had gehoord, athleisure kleding. Het essay ging over de schoonheidseisen voor vrouwen en dat die alleen maar strenger zijn geworden. En dat dat wordt verkocht als zelfoptimalisatie, zodat dat past in een feministische visie. Volgens de schrijfster Jia Tolentino is de kern van het probleem dat mainstream feminisme zich heeft moeten aanpassen aan het patriarchaat en het kapitalisme om mainstream te kunnen worden. Oude eisen zijn niet verworpen maar zijn alleen in een nieuw jasje gestoken, schrijft ze. Werken aan je uiterlijk wordt ‘selfcare’ genoemd om het vooruitstrevend te laten klinken. In 1991 las ik een boek van Naomi Wolf, De zoete leugen of de mythe van de schoonheid, een boek dat Tolentino aanhaalt. Het werken aan het huishouden werd vervangen door het werken aan het uiterlijk. Een verrassende analyse waar ik me helemaal in kon vinden. Zonder verder op het artikel in te gaan vind ik de analyse van zelfoptimalisatie het interessants. Er is tien jaar geleden een bedrijfstak ontstaan die daarvoor een uniform heeft bedacht; athleisure, kleding die je draagt als je bezig bent of de wens hebt om je leven te optimaliseren. Eerst was er de zwarte legging met tanktop, tegenwoordig heb je de cosmic-hippie-look (geometrische patronen, prints van sterrenstelsels), een monochrome LA-look (mesh, neutrale kleuren, honkbalpet), een minimalistische gemêleerde Outdoor Voices-stijl en een stortvloed van verschrikkelijke slogans. Allemaal peperduur natuurlijk.

Het was me allemaal ontgaan, want ik koop al 35 jaar geen kleding meer behalve af en toe wat in de uitverkoop. Tot ik bijna een jaar geleden naar de sport school ging en me verbaasde over de verschillende stijlen sport-kleding. Ik had nog steeds het idee in mijn hoofd van twintig jaar geleden, maar dat beeld klopte niet meer. Het is jammer dat ik nu niet meer naar de sport-school kan want nu zou ik al die stijlen die in het artikel genoemd worden herkennen. Zelf had ik voordat ik ging sporten tweedehands wat op de kop getikt. Afgelopen zaterdag zag ik Barbara Baarsma in de krant in een sport-outfit, het leek me de monochrome LA-look (veel blauw met een honkbalpet). Athleisure schijnt vooral ontworpen te zijn voor de thuisblijven de moeders, studenten, fitnessinstructeurs, modellen in hun vrije tijd. Wel voor vrouwen die veel geld hebben te besteden. In die positie ben ik nooit geweest. Ik doe het al heel lang met de kruimels die van de tafel vallen. Maar dat die kruimels steeds groter werden had alles te maken met de welvaart van de afgelopen dertig jaar en ook met de eisen die aan vrouwen worden gesteld. Ik heb veel gelezen over de vervuilende mode-industrie en was blij dat ik er geen deel van uit maakte. Maar ik ben ook onderdeel van die kapitalistische gekte om maar te groeien en te groeien. Door de coronacrisis zal daar hopelijk een einde aan komen. Of door hogere prijzen, of door deglobalisering. Het zal heel spannend worden hoe de wereld zich zal ontwikkelen. Maar dat de mode-industrie getroffen zal worden is zeker.

Als laatste uit het artikel nog een term die ik ook niet kende; enclothed cognition, wat inhoudt dat kleding met een bepaalde culturele connotatie je denkproces kan beïnvloeden. Tolentino beargumenteert dat de echt truc van athleisure is dat “de kleding suggereert dat je was voorbestemd om dat te doen, dat je het persoon bent dat denkt dat goed betaald hard werk voor het bestaan als een hoogfuntionerende, hyperaantrekkelijke consument de best mogelijke manier is om je tijd op aarde door te brengen.” Moet ik toch meteen aan Barbara Baarsma in die sportkleding denken, en aan de overdrive waarin ze ging toen ik haar de laatste keer zag in DWDD.

Read more

Ik ben de afgelopen al diverse titels tegengekomen die massaal worden gelezen in deze coronacrisis, Camus, Saramago, Boccaccio. Ik zou er nog een paar titels aan toe willen voegen. Bijvoorbeeld Dino Buzatti, De komst van de tartaren. Een absurdistisch boek over de zinloosheid en doelloosheid van het leven.

Heeft een mens de moed om zelf zijn leven te bepalen?
De jonge luitenant Giovanni Drogo krijgt zijn eerste standplaats bij een garnizoen in een fort hoog in de bergen. Zijn leven ligt nog voor hem, een schitterende militaire carrière lonkt. Drogo raakt in de ban van het eentonige leven in het fort, dat uitkijkt op een uitgestrekte woestijn. Vandaaruit zullen de Tartaren hun aanval inzetten, is de verwachting. Maar komen ze ook?
Buzzati’s beschrijvingen van de vesting en het onherbergzame gebied zorgen voor een sprookjesachtige sfeer, die gaandeweg beklemmend wordt. Het leven in het fort staat voor het leven zelf, dat gebouwd is op wachten op het onbekende, op de illusie dat het leven een wezenlijk doel en dat de mens ooit zal ontsnappen aan de sleur en de routine die hem hebben betoverd.

Ik heb de me afgelopen weken even afgesloten van het bombardement van de coronacrisis met het boek dat ik vorige week dat ik vorige week in huis heb gehaald, Johan Harstad, Max, Mischa & het tet-offensief. Ik ben nu al blij dat het 1200 pagina’s heeft, wat een geweldig rijk boek. Ik begrijp Cajot, de Belgische boeihandelaar wel als hij zegt dat hij het boek niet wil uitlezen, want dan moet hij afscheid nemen van de hoofdpersoon. Die hoofdpersoon zal uiteindelijk toneelregisseur worden. Als puber sluit hij zich aan bij het schooltoneel en zijn eerste grote rol is de hoofdpersoon Berenger, in het stuk Le rhinoceros van Eugene Ionesco. Een toneelstuk over individualiteit tegenover groepsdruk. Iedereen wordt verblind door de kracht en schoonheid van de neushoorn (symbool voor het fascisme in Duitsland) en wordt uiteindelijk een neushoorn, behalve Berenger. Ik kreeg weer beelden van mijn inspirerende Franse lerares die dit stuk behandelde. Ik vond het het heel inspireren en ben dat stuk nooit vergeten. Toen ik jaren later een agressietraining volgde op mijn werk moest ik doodstil blijven staan als een acteur vlak voor mijn gezicht me uit begon te maken voor alles wat mooi en lelijk is. Ik vond dat toen te ver gaan en duwde hem weg en begon hem op zijn nummer te zetten. Alle andere collega’s bleven doodstil staan. Ik had het niet goed gedaan volgens de docent, er was maar een collega die toen voor me op kwam en het een veel natuurlijker reactie vond. In het boek van Harstad krijgt Max de hoofdrol van Berenger omdat hij een onzinnige oefening van de regisseur om dagenlang als een dier rond te kruipen weigert op te volgen.

Read more

Voordat ik met pensioen ging hoorde ik al van mensen die mij voor waren gegaan dat als ze eenmaal tijd hadden alles zouden (her)lezen waar ze in hun werkende leven geen tijd voor hadden gehad. Ik was de eerste jaren nog druk, maar besloot dat als ik ik iets wilde herlezen, dat het hele werk van Albert Camus zou zijn. Dus ik nam in de loop van het afgelopen jaar De pest, De vreemdeling, De eerste man en De mythe van Sysiphus mee uit mijn eigen kleine boekwinkeltje. Mij sprak vooral zijn absurdisme aan en zijn meer fysieke benadering van het leven (tegenover Sartre die een meer intellectuele benadering heeft).

Het was er nog steeds niet van gekomen, maar ik sloeg net de nieuwe Groene Amsterdammer open en las in het eerste artikel iets over dit boek van Camus, dat volgens de auteur optimistisch zou eindigen. Nu ga ik het zeker lezen, want ja net als iedereen ga ik nu echt veel meer lezen dan ik in jaren heb gedaan. Het schijnt dat er gouden tijden zijn aangebroken voor de boekhandels. Jammer dat de bibliotheken (voor veel mensen een eerste levensbehoefte) wel dicht moeten, maar ik had net op tijd zaterdag nog een prachtig boek ingeslagen. Van Valeria Luiselli, Archief van de verloren kinderen. Een schitterend boek. Dit zegt bol.com……

Verslag van een roadtrip van een Amerikaans gezin – twee geluidsdocumentairemakers met ieder een kind uit een vorige relatie – van New York naar het Apachegebied op de grens van Arizona-Mexico. Hij wil een documentaire maken over de geschiedenis van de Apaches. Zij (de verteller) is bezig met een documentaire over de vele illegale asielzoekerskinderen die in de VS verdwijnen (verloren kinderen). Hun huwelijk loopt op zijn einde en ook hun eigen kinderen (jongen van tien, meisje van vijf) voelen zich verloren. Wat gaat er gebeuren aan het einde van de reis? In het slotstuk neemt de jongen de vertellersrol over. Diepgravende, complexe, meervoudig gelaagde roman waarin persoonlijke, actueel-politieke en cultuurhistorische aspecten mooi met elkaar verweven zijn. Deze genre-overschrijdende roman geeft een schat aan informatie over Amerika toen en nu, een schrijnend beeld van de Amerikaanse migratiepolitiek én van een uiteenvallend huwelijk. Daarnaast geeft het een mooi, levensecht portret van twee kinderen. Fascinerend, origineel en actueel. De Mexicaanse auteur (1983) woont in de V.S. en won al vele prijzen met haar werk.

Toch nog even over de angstaanjagende tijden die we nu doormaken. Ik heb meteen structuur aangebracht in mijn dagen toen zondag bekend werd dat we over moesten gaan op social distancing. Dat betekent, dagelijks anderhalf uur fietsen of wandelen, elke dag half uur yoga-oefeningen, een uurtje huishouden (grote schoonmaak), bellen naar eenzame mensen, kranten en boeken lezen enz. Ik denk dat de meeste mensen zich wel redelijk kunnen vermaken, maar de lol zal er denk ik wel snel af zijn. Je begint toch al allerlei dingen te missen. Wandelen met anderhalve meter afstand voelt toch heel raar aan. Buiten blijven staan als je iemand ophaalt voor de wandeling, het moet nog allemaal erg wennen. Ik zeg steeds dat we ook oog moeten houden voor geestelijke gezondheid. Misschien zullen er mensen overlijden in mijn omgeving, veel vrienden vallen in de risicogroep, maar ik probeer daar niet al te veel bij stil te staan, anders word ik te somber. De laatste dagen denk ik heel vaak aan de woorden van mijn vader als hij het over de jaren dertig had, toen de grote depressie om zich heen greep. Hij zei altijd dat de Great Depression erger was dan de oorlog die daarop volgde. De mensen waren somber, wanhopig, alle levensvreugde was verdwenen. Daar moeten we met zijn allen voor waken. Moet ik trouwens meteen denken aan het boek van John Steinbeck over de Great Depression, The grapes of wrath (Druiven der gramschap), wat destijds een enorme indruk op me maakte.


Read more

Tijdens mijn werk bij RTVNH heb ik zelden slechte ervaringen gehad met schrijvers die ik moest interviewen. Integendeel, veel positieve ervaringen met mensen die niet buiten hun schoenen van belangrijkheid gingen lopen. Met stip op 1 staat Arthur Japin; wat een ontzettende sympathieke, empathische man. Jij doet jouw werk en ik het mijne, dat fijne gevoel dat je moet hebben om je op je gemak te voelen. Jan Terlouw herinner ik me ook (die was nog zenuwachtiger dan ik) en Kees van Beijnum (zou je niet redactioneel werk voor me kunnen doen), Simone van der Vlugt, Loes den Hollander, ach het zijn er echt heel veel geweest. Maar er waren een paar vervelende ervaringen. Het contact met Joost Zwagerman was er daar een van. Hij wilde geld voor het interview, iets wat we nooit deden. De schrijver krijgt gratis publiciteit en daar moet hij/zij het mee doen. Er volgde wat vervelende mails heen en weer en uiteindelijk ging het interview niet door. Waarschijnlijk was hij toen al zo beroemd dat hij dacht het zonder de lokale zenders af kon. Een paar jaar later zou er in bibliotheek Alkmaar een Joost Zwagerman stoel worden gedoopt, waar hij tegen betaling van 2000 euro een half uur een lezing zou geven. Ik was fel tegen, een absurd bedrag, dat konden we in tijden van schaarste wel anders gebruiken. Aan al deze dingen moest ik ineens weer denken toen afgelopen week het boek van Arielle Veerman, De langste adem, een leven met Joost Zwagerman verscheen. Ik had het over het boek met een vriendin die ook schrijft over een nare scheiding. Ze wilde het boek graag lezen, ik kocht het voor haar, een dag later had ze het uit, bracht het bij mij en daarna had ik het in een dag uit.

Ik had Veerman al gezien bij Op1 en vond haar sympathiek en integer overkomen. Wat ik nu ook weet is dat ze verdomd goed kan schrijven. Ze heeft hele mooie beelden om gecompliceerde gevoelens onder woorden te brengen en het is absoluut geen rancuneus boek van een gefrustreerde vrouw. Ze wilde alleen de karaktermoord die haar ex-man op haar pleegde rechtzetten. Zoals de zelf zegt een cri de coeur is om ook het schuldgevoel waar hij haar mee heeft opgezadeld, van zich af te werpen. Maar wat mij natuurlijk vooral opviel was zijn omgang met geld. Ik geloof echt alles wat ze daarover schreef en dat is niet fraai. Verder is het vooral een boek van een dominante persoonlijkheid die niemand naast zich veelde. En waar zij uiteindelijk niet meer tegen kon. Het meten met dubbele maten, overspel van mij hoort bij mijn kunstenaarschap, maar de vrouw krijgt heftige verwijten als zij overspel pleegt. Ik moest ook meteen denken aan de film die ik afgelopen week zag, De beentjes van Sint Hildegard. Ook als thema een verstikkende relatie waarin de man zo doodgedrukt wordt door zijn vrouw dat hij niet anders kan dan zich voor dement voor te doen. Ik moest meteen denken aan Dimitri Verhulst’s De laatkomer, waarin een man ook dementie voorwendt om te ontkomen aan een twistzieke vrouw). Prachtige film over een loodzwaar thema, luchtig gebracht. Het gaf veel stof tot nadenken. Net als het boek van Veerman. Er komen veel observaties aan de orde over opvoeding, zelfmoord, kunst, niet te uitgebreid, maar boeiend genoeg om te bedenken dat ze best nog eens een boek zou kunnen schrijven.

Read more

Afgelopen week was het weer zover, de tweemaandelijks boekenclub. Het boek dat uiteindelijk werd gekozen voor de volgende keer : Jeroen Brouwers, Cliënt, E. Busken. Arnon Grunberg, Bezette gebieden, Jens Grondahl, Portret van een man en Dansende beren van Witold Szablowski vielen af. Deze schrijver was vorige zondag te zien in het programma In Europa van Geert Mak. Een interessant interview waarin hij parallellen trekt tussen de beren die de vrijheid terug krijgen na de val van de muur en die weer terug willen naar hun slavenbestaan en de bevolking van de communistische landen die ineens de vrijheid moesten uitvinden. En daar heel veel moeite mee hebben. Het boek van Manon Uphoff, Vallen is als vliegen, leverde interessante discussies op. Er was zelfs een boekenclub lid die het boek niet uit wilde lezen omdat het hem te veel werd. Nou, dat zegt nogal wat. Er kwamen ook veel persoonlijke verhalen naar voren. Het is een belangwekkend thema, daar was iedereen het wel over eens. Naar aanleiding van het boek van Menasse, De hoofdstad (over de Brusselse politici) kwam het boek van Erving Goffmann Total institutions voorbij. Het beeld wat oprijst is niet iets om vrolijk van te worden. Ik vond het een politiek pamflet, gegoten in een roman. Ik was niet de enige die er moeite mee had. A total institution is a place of work and residence where a great number of similarly situated people, cut off from the wider community for a considerable time, together lead an enclosed, formally administered round of life. The concept is mostly associated with the work of sociologist Erving Goffman.

Andere boeken die voorbij kwamen. Dan Sleigh, Stemmen uit zee (over de geschiedenis van de Kaap kolonie aan de hand van twee vrouwen), Bas Heijne, Mens/onmens, Hans de Bruijn, De handen van Cicero, retorische antwoorden op de retoriek van onze tijd, André Aleman, Het seniorenbrein, de ontwikkeling van onze hersenen na ons vijftigste, en André Kinneging, De onzichtbare maat, archeologie van goed en kwaad.

Read more

Bijna vier jaar (2008-2012) hadden we vanuit de bibliotheek Alkmaar een radioprogramma van RTVAlkmaar en paar een televisie uitzendingen die nooit zijn uitgezonden. Een televisieprogramma was toch wat te hoog gegrepen voor de lokale zender. Ik heb een viertal programma’s (proef) gemaakt met mensen waar ik leuke herinneringen aan heb. Een daarvan is Arjen van Veelen, nu een bekendheid. Het boek waar ik hem over interviewde was Over Rusteloosheid. Een boek voor een generatie die met sociale media was opgegroeid en daar de negatieve gevolgen van ondervond. Ik had het boek met veel plezier gelezen en ben van Veelen blijven volgen als journalist en schrijver. Zijn volgende boek Amerikanen lopen niet gaat over zijn tijd in St, Louis, Amerika. Mijn zoon had net een half jaar in die stad gestudeerd en ik was nieuwsgierig wat hij daar over te melden had. Een informatief en geweldig leuk boek. Nu ben ik zijn laatste boek aan het lezen, Aantekeningen over het verplaatsen van Obelisken, over de verwerking van de dood van een studievriend. Het boek speelt zich af in Egypte in Alexandrië, een stad die ik volgend jaar een keer hoop te bezoeken, dus dat maakt het lezen extra leuk.

De andere schrijvers die ik interviewde zijn allemaal vrij bekend geworden, Hanna Bervoets, interviewde ik over Lieve Celine, Peter van der Wel over Economie voor wereldverbeteraars, en Frank Meester over Meesters in de filosofie. Er zat ook nog een jeugdboekenschrijfster bij waar de naam me nu even is ontschoten. Ik heb ze destijds een excuusbrief moeten sturen dat hun interview niet werd uitgezonden. Ik heb nooit uitleg of excuses gekregen van RTVAlkmaar en ook nooit financiële compensatie. Ik had namelijk kosten gemaakt om een grimeur in te huren. Het was een harde les, maar ik heb er gelukkig een kapper aan huis aan over gehouden.




Het was niet mijn enige avontuur op televisiegebied. Bij TRVNoordHolland heb ik vier maanden het programma Voor Pampus met Jan Emous kunnen maken. Daarna werd het afgeblazen, want te duur. En ik heb met de vroegere uitgever van Rainbow pockets een paar proef uitzendingen gemaakt. Hij wilde ook graag een boekenprogramma (het gat wat Adriaan van Dis had achtergelaten opvullen) en huurde mij in als enige redacteur (ook hier nooit geld ontvangen voor mijn inspanningen). Ik selecteerde de gasten en bereidde de interviews voor. Voor deze uitzendingen had ik ook een paar mensen geselecteerd die beroemd zijn geworden. Stine Jensen bijvoorbeeld, met het boek Leugenaars (geloof ik). Maar het leuren met de opname bij omroepen heeft niets opgeleverd. Wat me vooral is bijgebleven van deze avonturen is dat je bezig bent met de dromen van anderen, dat je maar een radertje bent in het realiseren daarvan. Mensen hebben grootse plannen, beroemd worden, meetellen, maar wat overblijft is gefnuikte ambities. Gelukkig had ik eigenlijk nooit ambities in die richting en werd er ingetrokken door anderen om mijn kennis en ben daar dus ook niet gefrustreerd over geraakt. Maar ik had wel wat meer waardering (vooral financieel) ontvangen van de kant van de initiatiefnemers.

Read more

Dat waren weer mooie dagen in Istanboel, 15 graden, stralende zon, het kon niet beter. De avond voor we weggingen bekeken we nog snel even de prachtige serie van Simon Sebas Montefiori, Byzantium,a tale of three cities (Byzantium en de geschiedenis van het geloof), over de geschiedenis van Istanboel. Vanaf de Griekse wortels, naar het christelijke rijk en daarna de overgang naar het Ottomaanse rijk in 1453, onder de eerste sultan Mehmet. Je krijgt er enorm veel zin in na het zien van zijn documentaire. gewoon geleend in de bibliotheek.

We konden in 2,5 dag alleen de hoogtepunten bekijken. Topkapi, Hagia Sofia, de Blauwe moskee, de Galatatoren, een boottripje over de Bosporus en nog wat van het moderne Istanboel langs de Istiklal vanaf de Taksim plein.

In de week voorafgaand aan het tripje heb ik nog wat zitten lezen in het boek van Rutger Bregman, De meeste mensen deugen, een nieuwe geschiedenis van de mens. Bregman roept nogal wat controverses op onder een paar van mijn vrienden en kraakten dit boek tot op het bot af. Hij zou nogal wat losjes met de feiten omspringen en hij zou veel te veel de feiten naar zijn hand zetten. Die kritiek krijgt hij ook op zijn laatste boekje (pamflet) over de klimaatcrisis, Het water komt. Ik heb in dat eerste boek zitten lezen en ik moet zeggen dat het me wel boeide door juist het anekdotische karakter van het boek. En de meeste critici zijn het wel eens over het feit dat Bregman steeds een belangrijke boodschap (ook de boeken Gratis geld voor iedereen en Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers vallen hier onder) voor een breed publiek toegankelijk maakt. En dat is toch het allerbelangrijkste. Zijn dikke boek (500 blz) staat nu al weken op de bestsellerlijsten. Dus nee, Bregman krijgt van mij alle lof, ondanks zijn naïeve boodschap. Hij is een idealistische wereldverbeteraar, maar wordt zelfs in Davos onder de superrijken aangehoord en zie dat maar eens voor elkaar te krijgen. Dat boekje over het water heb ik toch maar besteld.

Read more

Afgelopen donderdag stond er voor mij in de rubriek Het eeuwige leven van de Volkskrant een belangrijk In memorium, die van Christine Kraft. Zij schreef in 1976 het boek De dagen met gezichten, een autobiografisch boek over het gedwongen afstaan vaneen kind een jaar of wat eerder. Het boek sloeg in als een bom volgens de Volkskrant. Ik herinner me dat ik het boek als bibliothecaris in handen kreeg en het bij mij inderdaad insloeg als een bom. Zij kreeg haar dochter in precies hetzelfde jaar als ik, 1967, en kon als ongehuwde moeder haar kind niet houden. Voor mij was het in zoverre belangrijk dat ik me realiseerde dat wat mij was overkomen waarschijnlijk heel veel vrouwen was overkomen. Dat maakte het voor mij op de een of andere manier lichter om er mee om te gaan. Ze kreeg later een depressie, wat vast ook wel iets met haar verleden te maken zal hebben gehad. Maar ik bewonder haar om haar moed om een boek te schrijven over een onderwerp dat toen taboe was. Het boek is nergens meer te krijgen, maar ik heb een exemplaar in mijn bezit.

Verder nog even een tip voor de liefhebbers van het Spaanse fonds van Menken, Kasander &Wigman. Ik las een recensie over het boek van Baltasar Porcel, In galop het duister in, een historische roman over een familie op Mallorca. Ik hoop dat een vriend die alles koopt van deze uitgeverij het gekocht heeft. Een boek dat we gelezen hebben voor de boekenclub uit dit fonds en dat zeer de moeite waard was is Narcis Oller, Goudkoorst, over een arme sloeber die eind 19e eeuw opklimt tot succesvol beurshandelaar in Barcelona.

Read more

Mijn hele leven wordt er al aan mij gevraagd uit te kijken naar bepaalde boeken. Dat is sinds ik in de kringloopboekwinkels begon niet anders. Voor mijn ene buurman neem ik alle boeken van Leonard de vries mee, voor mijn andere buurman alle molenboeken. Dat zijn de echte verzamelaars. Afgelopen week kreeg ik vraag naar twee titels, Christos Tsiolkas, De klap (goede recensie gekregen), ook uitgegeven als dwarsligger, en Kader Abdolah, Papagaai vloog over de Ijssel (boekenclub boek). Beide boeken gaan over de botsing van culturen. Ik zal er naar uitkijken.

Er is ook een categorie boeken die ik noteer (op briefjes) waarvan ik blij ben dat ze zijn verschenen na lezing van de recensie, maar waarvan ik (bijna) zeker weet dat ik ze niet zal gaan lezen (het leven is kort). Dat waren de afgelopen week Paul Collier, The future of capitalism (It is the most revolutionary work of social science since Keynes ) en Douglas Rushkoff, Team Human, allebei boeken over de uitwassen van het kapitalisme en het individualisme, maar ook boeken die oplossingen aandragen.

Ik las ook een recensie die mijn aandacht trok over het boek van Sanne Kanis, De bubbel, waarin een jonge vrouw zich afvraagt of de luxe techwereld waarin ze leeft nog wel spoort met haar eigen ethische grenzen (die moet Rushkoff Team Human maar eens gaan lezen). Ik las in de recensie dat het een beetje chicklit-achtig was, dus misschien moet ik dat toch maar overslaan. Momenteel lees ik met heel veel plezier, ik had het boek een half jaar geleden aangevraagd en kreeg het nu pas binnen, Stephen Fry, Een jongensleven, een autobiografie. Een heerlijk boek waarin de schrijver zichzelf op een genadeloze manier op de snijtafel legt. Dit boek gaat over het kostschoolleven van 7 tot 20 jaar. Ik heb regelmatig zitten schateren. Maar dat kan ook niet anders nadat je hem volgde in de series A bit of Fry and Laurie en The young ones. Als ik nog eens het vervolg De Fry kronieken (20 tot 40 jaar) in handen krijg ga ik die zeker lezen.

Read more

Drie keer ben ik al in Istanboel geweest, drie keer in het Side hotel. Op het dakterras van het hotel zag je rechts de Haya Sofia, links de Blauwe Moskee, achter je de de Gouden Hoorn, voor je de Bosporus (of was het nou andersom). Ik was zo onder de indruk van Istanboel en voelde me er zo thuis dat ik zelfs het idee kreeg dat het een stad zou zijn, waar ik zou willen/kunnen wonen. De stad wordt bezongen in het boek van Orhan Pamuk, Istanbul, herinneringen en de stad, een stad waar je volgens Pamuk nooit depressief kan worden door het altijd bewegende water wat rond de stad vloeit. Mijn favoriete boek van Orhan Pamuk is Sneeuw uit 2012, waarin de strijd tussen de aanhangers van een seculiere staat en de islamisten het thema is. Een hoogst actueel boek nog steeds.

De eerste keer in Istanboel is bijna twintig jaar geleden en het straatbeeld was heel anders dan tien jaar later dat ik er was. Heel weinig hoofddoeken, wat een verrassing was herinner ik me! Toen ik er zeven jaar geleden op doorreis naar Cappadocië weer een paar dagen vertoefde was het aantal geluierde vrouwen nog weer toegenomen ten opzichte van de keer daarvoor. En dat allemaal door de politiek van Erdogan die ooit burgemeester was van deze stad (1994-2001). Nu is de AKP van Erdogan verdreven uit deze stad omdat Ekrem Imamoglu van de oppositiepartij CHP afgelopen juni de verkiezingen heeft gewonnen in de stad. Dus leek het me wel een goed idee om met mijn twee zonen een lang weekend naar Istanboel te gaan. We gaan maar vier dagen, maar ik kan ze in die dagen genoeg laten zien om ze ook verliefd te maken op Istanboel. Ik heb zoveel leuke herinneringen aan deze stad en dit land. Ook door de boeken die ik heb gelezen. Bijvoorbeeld het boek van Irfan Orga, Aan de oevers van de Bosporus. Ook weer het thema van modernisering tegenover traditie, een schatrijke familie die alles verliest en de veerkracht van mensen om zich daar doorheen te slaan. Een schitterend boek, dat ik iedereen kan aanraden.

Ik had uit de tweedehands boekwinkel al een gidsje meegenomen om die drie dagen zo effectief mogelijk te benutten, maar dat was wat verouderd, zodat ik toch nog even langs de bibliotheek moet voor wat actuele informatie. Mijn zoons doen alles via (heb ik ook sinds vorig jaar op mijn smartphone) , maar ik lees altijd graag van te voren in wat gidsen.

Verder kan ik melden dat ik in drie boeken tegelijk bezig ben. Het nieuwe boekenclub boek (Robert Menasse, De hoofdstad), mijn keuze voor volgende keer (Jean Raspail, De ontscheping), en Natalia Ginzberg, Al onze gisterens. Italië aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog door de ogen van een zestienjarig meisje. Erg mooi.

Read more