Ik las een interessant artikel in de Volkskrant van afgelopen zaterdag over het boek van Vlaamse filosoof Marc De Kesel, Het Munchhausen-paradigma. Het boek breekt een lans voor de verguisde psychoanalytische theorieën van Freud en Lacan (ik wist niet dat verzekeringen psychiatrie niet meer vergoeden). Psychoanalyse gaat volgens De Kesel over de altijd in zijn lust gefrustreerde mens, die zich van alles inbeeldt. Onze oververhitte beeldcultuur heeft een theorie nodig die verbeelding en fantasie ernstig nemen. Nou, daar kan ik het van harte mee eens zijn. Ik las vanochtend nog een artikel van een journaliste die op basis van een influencer (!!), een bekende vlogger, een huisje had geboekt dat toch een beetje minder idyllisch uitpakte dan ze op basis van de beelden had bedacht. Ik volg gelukkig als persoon uit een ander tijdperk geen enkele influencer. De Kesel geeft verschillende verklaringen waarom de psychoanalyse in diskrediet is geraakt. Omdat het ongemakkelijke dingen naar voren brengt, maar ook omdat we in een tijd leven waarin steeds meer traceerbaar en oplosbaar lijkt te zijn, met dank aan de hersenwetenschappen.
Het brein is geen stevig in ons zelf verankert iets. Het zelf is volgens hem verbeeld, verzonnen en geeft daarmee een zelfde beeld als het boeddhisme. De titel van het boek refereert aan baron Von Munchhausen die zichzelf uit de modder trekt als hij vast komt te zitten met zijn paard. Het punt van waaruit Von Munchhausen zichzelf omhoog trekt is bij De Kesel het fundament van onze identiteit (snap ik dat wel??). Gevorderde psychoanalytici weten dat identiteit niets anders is dan ‘verlangen naar identiteit’, zoals het lustwezen mens constant naar van alles en nog wat verlangt. Volgens Lacan is onze identiteit iets dat buiten onszelf ligt, we kijken voor dat identiteitsidee verlangend om ons heen, we spiegelen ons niet alles aan anderen, we zijn die spiegeling.
Doordat de Franse revolutie het begrip gelijkheid heeft verspreid zijn er geen grenzen en muren meer zoals vroeger (kerk, adel, standen) en daarom vluchten veel mensen in identiteitspolitiek.Hij verklaart in zijn boek ook de opkomst van autoritaire leiders als Trump. De overgave aan een charismatische leider levert genot, waardoor je je tijdelijk van alle tekorten verlost voelt. Overgave en genot hebben meer met elkaar gemeen dan dan overgave en zelfbehoud, ook gemeengoed buiten de psychoanalyse. “Het giftprincipe (genot) staat haaks op het zelfbehoudprincipe”.
Als laatste aspect van het herwaardering van de psychoanalyse wordt door De Kesel genoemd dat deze bij uitstek een pleidooi is voor democratie. Er bestaat niet zoiets als een stevige identiteit, een stevige volkswil. Wilders en Baudet moeten dit boek in ieder geval lezen. Zogenaamde onverdeelde landen zijn altijd ondemocratisch. Volgens De Kesel is datgene wat een democratie doet functioneren niet zozeer haar onverdeelde eigenheid als wel haar permanente toestand van verdeeldheid. In de democratie wordt de ‘volkswil’als het ware permanent opgeschort . Waar de eigenheidspretentie is opgeheven, kan de identitaire haat worden gekanaliseerd zonder dat het tot fysiek geweld komt. . De democratie leidt de haat in formele banen, stelt regels op zodat niemand zich de volheid van de macht – de volheid van de identiteit, maar ook de volheid van de haat- kan toe-eigenen. Dit boek moet ik maar eens gaan lezen denk ik.
Een andere fantastische Belgische psychiater waar ik een boek van heb gelezen is het boek Borderline times, het einde van de normaliteit van Dirk De Wachter. Hierin schetst hij borderline als een maatschappelijk ziektebeeld. Borderline is de meest gesteld diagnose in de psychiatrie. Psychiatrie is de spiegel van de wereld waarin wij leven.