Ik las van de week dat iemand boekhandelaren en bibliothecarissen ook een vitaal beroep vond. Daar was ik het helemaal mee eens. Niet zo vitaal als doktoren en verpleegsters maar toch. Een vriendin van mij was geschokt dat ook de bibliotheken dicht waren. Maar dat is toch een eerste levensbehoefte! Ik zag van de week in DWDD de vier boekhandelaren hun meest dierbare boek aanprezen. De Belgische boekhandelaar Wouter Cajot reed de hele dag door de stad om boeken rond te brengen. Ook bibliotheken kijken of ze de service boeken aan huis kunnen intensiveren. De bibliotheek in mijn stad Alkmaar ging dat niet doen hoorde ik van collega’s waar ik nog steeds contact mee heb, omdat het toch te risicovol zou zijn. Jammer. Er gaan steeds meer stemmen op dat binnen de kortst mogelijke tijd het middel erger kan worden dan de kwaal. Ik zag gisteren Hans de Boer van VNO/NCW pleitten voor creatieve oplossingen om toch wat handel door te kunnen laten gaan. Als iedereen zich houdt aan de 1,5 meter is er nog veel mogelijk. Ik fietste bijvoorbeeld gisteren langs de ijssalon in Heiloo die een enorm terras hebben waar iedereen 1,5 van elkaar een ijsje zat te eten en in de rij stond voor een ijsje. Daar werd ik heel vrolijk van. Mensen willen heel graag normale dingen zien. Die trieste lege straten, het is allemaal zo onwerkelijk.
Over Wouter Cajot gesproken. Hij prees het boek Max, Mischa & het Tet-Offensief van Johan Hartstad. Omdat mijn zoon een Vietnamese vriendin heeft trok deze titel mijn aandacht. Hij voelt zich tegenwoordig sterk verbonden met dat land omdat hij er twee keer een half jaar heeft gewerkt en al in een vroeg stadium door zijn vriendin werd gewaarschuwd voor het virus wat op Europa aankwam. Hij nam dat in het begin nog niet zo serieus maar hij is zich toen gaan verdiepen op internet en begon al snel iedereen om zich heen te waarschuwen dat het heel erg zou worden. Maar even terug naar het boek van Harstad, het belangrijkste thema is emigreren en de consequenties daarvan: ontworteld of ontheemd zijn. Dat vind ik voor deze tijd waarin zo veel mensen ontworteld zijn een belangrijk thema. Ik zie het aan mijn zus die een Indiase man had en altijd maar heen en weer reisde tussen twee landen. Op het laatst voel je je nergens meer thuis en heb je ook nergens meer wortels. Een naar gevoel. Ik heb altijd gevoeld dat ik nooit naar het buitenland zou emigreren. Ik voel me heel erg verbonden met de streek waar ik geboren ben en zou nooit ver van een kust kunnen wonen. Gisteren ben ik begonnen met het boek en het begint meteen ijzersterk. De monotonie van het leven waar niemand aan ontkomt, elke dag dezelfde rituelen. Vooral in deze tijd is dat nog zwaarder voor mensen. Ik heb er gelukkig niet al te veel last van, maar voor veel mensen is uit hun bed komen al een opgave. Als je je kan troosten met de natuur heb je al een enorme voorsprong op mensen die dat gevoel niet kennen. Las vanochtend in de krant het artikel van Andre Kuipers die maanden in de ruimte zweefde en ervaringsdeskundige is wat betreft quarantaine. Ik vond het leuk om te lezen dat hij genoot van vogelgeluiden die zijn Russische collega had meegenomen en dat hij de geur van een paar kruiden troostend vond. Ik bedenk steeds dat we zo’n geluk hebben dat de coronacrisis nu begint terwijl de natuur losbarst. Dat vind ik zo troostend. Die prachtige bomen in bloei, de heldere lucht. Je moet er niet aan denken dat de crisis tijdens de winter was begonnen. Ik weet zeker dat er weer betere tijden komen, maar we zullen wel door een hele zure appel moeten bijten. Vanuit Alkmaar wens ik iedereen sterkte.