Overig

Ik ben 42 jaar bibliothecaris geweest en heb in die functie al mijn talenten kunnen ontplooien. Een documentatiecentrum opgezet in een pre -internet tijdperk, de eerste Ondernemingsraad in bibliotheekland opgezet, twintig jaar de collectievorming gedaan en curssussen gegeven. Als bibliofoonmedewerker (telefonische inlichtingendienst) van het eerste uur raakte ik betrokken bij  diverse radioprogramma’s van RTVNH waaronder, De luistervraag van Jan Emous,  De Blauwbilgorgel met Luc Taeckema, Ron Flens en Theo de Ruiter (Prins Bernhard Cultuurprijs 1990), Lezen op Locatie en Cafe 1890. Ik heb ook nog een half jaar meegewerkt aan het televisieprogramma De Razende Bol. Dat strandde want te duur, te arbeidsintensief, heel jammer. Ik werkte mee aan het boek, 1908-2008: Bibliotheek Alkmaar 100 jaar van Hans Koolwijk (50 interviews met lezersreacties). Ook in de bibliotheek Alkmaar hebben we schrijvers bijna vijf jaar een podium gegeven in het programma RTVA (Radio en televisie Alkmaar). Ook hier strandde een televisieavontuur al na vijf opnames, te duur, te arbeidsintensief.

Tien jaar geleden heb ik een boek geschreven, Tijd van onschuld, dat 50.000 keer is verkocht, en waar ik nog steeds lezingen over geef. In datzelfde jaar ben ik als columnist begonnen bij Bibliotheekblad, eerst nog voor de papieren editie en daarna als blogger. Al mijn artikelen zijn daar ook terug te vinden in het archief. Nu ik met pensioen ben merkte ik dat ik niet alleen het bloggen miste maar ook de boeken. Daarom ben ik in september begonnen bij de afdeling boeken van de kringloopwinkel KOOK. En ik besloot mezelf gewoon te blijven zien als bibliothecaris en boekentips te geven via mijn website. Mijn website, die oorspronkelijk werd gemaakt als promotie voor het boek, is de afgelopen maand omgebouwd en nu een algemene website geworden voor boekentips en andere bespiegelingen over het pensionado zijn.

Read more

In 1980 kocht ik mijn eerste vliegtuigticket naar Mexico voor 1000 gulden. Ik had er het hele jaar voor gespaard. Zesentwintig jaar later besprak ik bij RTVNH een boek  van Jan Juffermans Nut & Noodzaak van de mondiale voetafdruk en kwam er achter hoe groot de impact van vliegen op het milieu was. Ik door omstandigheden al een tijdje gestopt met autorijden, dus suste is mezelf met het idee dat ik dan wel twee keer per jaar met het vliegtuig naar het buitenland mocht. Want vanaf het moment dat ik dat boek had gelezen wilde ik me bewust zijn van alles wat mijn voetafdruk bepaalde.

 

In De Groene van 22 februari staat een mooi artikel over de toekomst van het vliegen. Daarin het verhaal van Peter Kalmus die als klimaatwetenschapper uitrekende wat hij verbruikte van zijn CO2-voetafdruk met het vliegen. Hij schrok zo van de uitkomst dat hij stopte met vliegen. In 1996 stuntte Easyjet door te adverteren met een enkeltje Londen voor 99 gulden. Tussen 1990 en 2010 explodeerde het aantal passagiers van 1 miljard naar 2,6 miljard. En toch bleef de luchtvaartsector buiten schot op de klimaatconferentie in Parijs (the elephant in the room).

De actiegroep Transport & Environment strijdt al jaren voor maatregelen om de luchtvaartemissies terug te dringen. Er is maar een oplossing, vliegen moet veel duurder worden. De politiek en de luchtvaartsector denken dat burgers daar niet aan willen en houden elkaar in gijzeling. Maar ik zag afgelopen week een aantal gestrande reizigers door de staking van piloten die allemaal zeiden dat ze bereid waren meer te betalen voor hun ticket. Politici moeten zich bewust zijn dat we natuurlijk graag willen vliegen en wereldburgers willen zijn. Maar tegelijkertijd weten we ook dat ongelimiteerd vliegen niet meer kan als we de opwarming van de aarde tegen willen houden.

Een lichtpuntje. De EU besloot om het vliegverkeer op te nemen in haar klimaatdoelen.

Read more

Ik vroeg de conducteur vanochtend in de trein of hij het artikel van Sander Heijne in de Volkskrant over marktwerking al had gelezen. Dat had hij niet. Moest hij wel doen hoor. Hij zou het doen. Het artikel Samen krijgen we de markt wel klein van Sander Heijne, is zo’n artikel waar je een goed humeur van krijgt. Dit artikel gaat over zijn boek Er zijn nog 17 miljoen wachtenden voor u dat 20 februari verschijnt. Het gaat over dertig jaar marktwerking in Nederland, en dan vooral in de publieke sector, waaronder de NS. Ik reis veel met de trein en moet vooral niet denken dat de chaos van tegenwoordig iets te maken heeft met vallende blaadjes, ijs en looddiefstallen. Het komt door de opsplitsing van NS in NS en Prorail (vroeger gingen machinisten zelf met gasbranders wissels ontdooien, maar dat mag niet meer).

Marktwerking in de publieke sector heeft bijna nooit geleidt tot goedkoper en beter, integendeel. En de meeste beleidsmakers weten dat. Marc Chavannes schreef daar al eens over in Niemand regeert uit 2009, ooit door mij besproken bij RTVNH. Onderzoek naar aanleiding van het boek leidde tot de conclusie dat privatisering dingen complexer en bureaucratischer maakt. Maar er veranderde niets. Volgens Sander Heijne komt dat door de lobby van bedrijven die verdienen aan de marktwerking en door ‘ideologische luiheid’. Toch is Heijne hoopvol voor de toekomst omdat politici wel gevoelig blijken voor concrete wensenlijstjes van burgers met een brede achterban. Hij noemt recente voorbeelden acties die geleid hebben tot verandering; de huisartsen en Hugo Borst zijn mooie voorbeelden. Ik zelf noem programma’s als De monitor en Radar.

In navolging van deze activisten roept Heijne ons op om als beroepsgroep die worstelt met de doorgeschoten marktwerking de handen ineen te slaan. Sociale media zijn hierin een mooi instrument om mensen te mobiliseren. Eenmaal samen moet er een inventarisatie komen van de problemen, zodat het beleid met concrete voorstellen en gerichte acties weer de juiste kant opgeduwd kan worden. Het succes van de acties zal steeds afhangen van de redelijkheid van de eisen, dat laten Borst en de huisartsen zien. We zijn veel machtiger dan we denken.

 

Read more

Ik ben er van overtuigd dat er anders wordt gelezen door vrouwen dan door mannen. Mannen lezen sowieso meer non-fictie dan vrouwen, en de thrillermarkt wordt ook grotendeels bepaald door mannen (de thrillermarkt voor vrouwen bestaat pas sinds een jaar of tien). Ik vond ook dat bibliotheken zich te veel richtten op vrouwen omdat volgens onderzoeken vrouwen de veellezers zijn. Ik had altijd het idee dat dat anders zou kunnen en moeten. De mannen in mijn boekenclub zijn allemaal veellezers, echte boekaholics. Terwijl wij vrouwen veel tijd kwijt zijn aan allerlei sociale verplichtingen laten mannen zich daar meestal niet veel aan gelegen liggen en lezen lekker door. Ik heb er al een aantal gespot in de boekafdeling, ze komen elke week en zijn vertegenwoordigd in alle leeftijdcategorieën. De jongere vraagt meestal advies (de klassieken!!), de oudere veellezer zoekt zelf. Meestal gaat er een hele stapel mee. Willem Westeijn, die daar een boek over schreef, leest er honderd per jaar, twee per week, Maarten ‘Hart leest er bijvoorbeeld vier per week. Ik ken ook persoonlijk alleen mannelijke boekaholics geen vrouwelijke, alhoewel die er vast wel zullen zijn. Ik heb een paar jaar geleden een artikel  geschreven in Bibliotheekblad over het bewaren van de klassieken.

file:///C:/Users/Agnes%20Klitsie/Downloads/Waarom%20zouden%20we%20de%20klassieken%20bewaren_%20(1).pdf

Een andere groep is de (meestal maar niet alleenstaande) man die verlegen zit om een loopje en eventueel een praatje. Ze zijn vaak gepensioneerd of werkloos of zitten in nachtdienst. Ze houden van het informele karakter van een kringloopwinkel en zijn meestal geen lid van een bibliotheek. Uit de serie van Het succes van de kringloopwinkel bleek al dat deze plekken nog  de enige openbare ruimtes zijn waar je iedereen kan tegenkomen. Ik heb de afgelopen vijf maanden tot mijn plezier gezien dat er meer mannen dan vrouwen komen (ik schat 70/30), in de bibliotheek was dat andersom. Het is meegenomen als ze iets van hun gading vinden (in een kringloop kost het je ook niet al te veel als je een miskoop doet), maar het uiteindelijk doel is de ontmoeting.

Onlangs deed Jan Meerman, directeur CBW-Mitex, een interessante uitspraak: “Winkels moeten als kroegen worden.” Op BNR nieuwsradio bepleitte hij dat de winkel een sociale ontmoetingsplaats moet zijn waar gelijkgestemden elkaar treffen. Een visie met potentie? De mogelijkheden om op internet gelijkgestemden te vinden zijn eindeloos, en vooral, laagdrempelig. Ga online en je hebt zo forums gevonden gevuld met  mensen die graag boeken lezen, vaak vol met oproepjes om een leesclub te beginnen. Offline verzamelen deze mensen zich ook. Dagelijks krijgt een boekenwinkel hordes mensen over de vloer welke allen dezelfde interesse hebben. De winkel heeft alle ….

Wat wel al opvalt aan de vier profielen die ik tot nog toe heb geschetst dat ze alle vier door alle leeftijden heen lopen, De profielen waar ik in de bibliotheek mee moest werken waren meestal gebaseerd op leeftijd en dus op fases in het leven. Een totaal andere benadering.

Morgen heb ik weer boekenclub. Daarover een verslag volgende week dinsdag. Tot dan…

Read more

Al vanaf de eerste dag dat ik achter een balie zat in de bibliotheek probeerde ik klantprofielen op te stellen. Wie bezoek een bibliotheek en waarom. Met mijn collega deed ik raadspelletjes over de vraag die mensen zouden gaan stellen. Een van de conclusies was dat we toch elke keer keer weer verrast werden en voordelen aan duigen werden gegooid.

Afgelopen zaterdag hadden we weer top verkoop in de boekenafdeling van de Kringloop, bijna 600 euro in vijf uur. Vanaf nu zal ik af en toe klantprofielen delen die er heel anders uit zagen dan de profielen waar de bibliotheek mee werkte (Mozaïek-methode, die trouwens al weer achterhaald blijkt te zijn).

Een belangrijke klantengroep die boeken zoekt zijn de kunstenaars, professionele en amateurs. Ze zoeken boeken voor inspiratie, voornamelijk boeken met veel plaatjes. De amateurs boeken over het onderwerp dat ze gaan schilderen, vogels, dieren, landschappen, de professional meer de boeken met technische informatie.

De tweede groep zijn de zinzoekers en dat zijn mensen uit alle leeftijdcategorieën. Dat kan een achttienjarige zijn, maar ook een zestigjarige die in een crisis zit of gewoon wat inspiratie op wil doen. Ik heb de kast esoterie die er was uitgesplitst in esoterie en levenskunst/spiritualiteit en dat werkt heel goed.

Een derde groep zijn de verzamelaars (die hadden we niet in de bibliotheek!), die alles over een onderwerp verzamelen. Ik heb er al tientallen voorbij zien komen het afgelopen half jaar. Ze verzamelen boeken over wajangpoppen, glaskunst, architectuur, atlassen, wiskunde, de serie van Leonard De Vries, de oude kinderboeken van Uitgeverij Kluitman, een bepaalde schrijver, sjamanisme, mode en textiel en wat al niet meer. De jaarlijkse verzamelbeurs in Utrecht is dit jaar op 14 en 15 april.

Op basis van deze kennis kan ik beter de boekenkisten sorteren als ze binnen komen. Een onooglijk boekje over wiskunde? Niet weg, dat is voor meneer X. Een stukgelezen Jack Higgins, voor mevrouw y. Het fijne hiervan is dat je bijna niets hoeft weg te gooien, bijna alles wordt wel meegenomen. Langzamerhand krijgen we steeds meer mensen die iets van hun gading vinden en steeds weer terugkomen. Zoals een man zaterdag tegen me zei, ‘als je af en toe een gouden vondst doet ben je bereid om nog weer honderd boeken door te spitten’.

Iedereen die mijn bibliotheekblogs destijds las heeft kunnen lezen hoe ik me heb aangepast aan de retail revolutie binnen de bibliotheek. We moesten mensen verleiden met allerlei displays en daar slaagden we redelijk goed in, maar hier voel ik me toch veel beter bij. De klant die gericht iets komt zoeken. Die andere klanten komen hier ook, maar die komen de volgende keer aan de beurt

Read more

Tien jaar geleden werd ik opgebeld door de hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer Xandra Schutte. Of ik wilde overwegen een abonnement op De Groene te nemen, want het opinieweekblad verkeerde in zwaar weer en dreigde ten onder te gaan. Ondanks mijn iets slechtere financiële situatie (ik was minder gaan werken vanwege een ietwat verstoorde arbeidsrelatie) heb ik meteen ja gezegd. Ik was dat jaar daarvoor begonnen met het schrijven van artikelen voor Bibliotheekblad (later blogs voor de digitale variant) en gebruikte in mijn artikelen veelvuldig kwaliteitsartikelen uit De groene. Ik nam aan dat dat ook de reden was dat ze mij daarom belden. Ik onderken het grote belang van goede onderzoeksjournalistiek en doe daarvoor ook elk jaar een donatie met Kerst.

Tien jaar later verheug ik me nog steeds elke donderdag op De Groene. Ik heb net weer het nieuwste nummer binnen en heb al weer diverse artikelen gelezen; de boekrecensie van Christiaan Weijts over De idealisten van Louise Fresco (kreeg ik veel zin in),  de filmrecensie van Gawie Keyser over Three Billboards outside Ebbing (daar ga ik zaterdag naar toe) en Lievelingsboef (Willem Holleeder)  van Margreet Fogteloo (ik heb net Judas gelezen van Astrid Holleeder).

De rest bewaar ik voor morgen. Ik wil nog graag lezen Platformrevolutie van Jaap Tielbeke (techgiganten maken de dienst uit in de wereld), Kapitaal-Arbeid:4-0, een onderzoek van Mirjam de Rijke. Maar ik begin altijd met het tweewekelijkse  artikel van Ewald Engelen. Dit keer over de oorzaken van de ondergang van de PVDA, met als titel Links Narcisme. Heerlijk die woede elke keer over al het onrecht dat plaats vindt in de wereld. Dat hebben we nodig om onze frustraties wat lucht te geven.

Terzijde; behalve een abonnement op De Groene, heb ik toegang tot Blendle, een abonnement op De Volkskrant, krijg ik vaak De Elsevier van een vriend en volg ik een aantal websites voor boekrecensies, zoals Hebban, Goodreads, Buzzfeed books, en VPRO-boeken. Ik zou graag Trouw nemen voor de boekrecensies, maar dan kom ik niet meer aan gewoon lezen toe.

Read more

Globalisering iets van de 21e eeuw? , lees dan Frankopan er maar eens op na met zijn boek De Zijderoutes. In de Volkskrant van 27 januari 2018 lees ik over Paragistan, het multimediaproject waarin de Amerikaanse schrijver Parag Khanna zijn volgers meeneemt naar de pleisterplaatsen van de mondiale elite. Zijn bekendste boek is Connectography, mapping the future of Global Civilisation, waarin hij schrijft dat landen strijden om infrastructuur die toegang biedt tot grondstoffen en markten.

De grote winnaar van deze nieuwe Great Game is China, dat met zijn programma “Een gordel, Een weg” bezig is de wereld te veroveren, want die infrastructuur van spoorlijnen, pijpleidingen en internetkabels omvat drie continenten, 2/3e van de wereldbevolking, en 1/3e van de wereldwijde BNP. China dwingt buurlanden ook samen te werken aan infrastructuur en dat bevordert de opkomst van de interconnected supply chain world.

Volgens Khanna is negenennegentig procent van de wereldbevolking dol op globalisering , moeten we leven in een wereld waarin massamigratie de norm is en zullen steeds meer mensen deel uitmaken van een voortdurend rondtrekkend wereldwijd arbeidsleger. Prikkelende ideeën, maar ze verschillen niet eens veel van de wereld die Frankopan beschrijft in zijn Zijderoutes. Waar infrastructuur wordt aangelegd, profiteert iedereen daarvan.

Connectiviteit zal ons redden. Omdat het een wereldgemeenschap creëert. Iets raakt ons pas als we er een band mee hebben. Daar heeft Khanna een punt. Ik las ook deze week in dezelfde krant dat Millenials  veel meer bezig zijn met ethisch ondernemen en sociaal ondernemerschap. Voor veel jongeren is het een morele zaak waar ze werken, winkelen of investeren. CEO’s schijnen daar al rekening mee te houden. Bedrijven verliezen de strijd om jong talent als ze hier geen rekening mee houden. Dat lijkt me helemaal passen in de ideeën van Khanna. Zijn  nieuwste boek: technocracy in America; rise of the Info-State (2017).

Read more

Gisteren vroeg iemand me in de kroeg waarom ik zo hield van de Spaanse provincie Extremadura. Ik stond even met mijn mond vol tanden. De bergen, het vlakke  gedeelte? Eigenlijk de stadjes mompelde ik. Stadjes als Trujillo, Alberquerque en  Caceres waar je de sporen vindt van de Conquistadores die rijkdom brachten naar hun geboortestreek, die van oorsprong straatarm was. De reden ook dat ze er weg trokken om hun heil elders te zoeken.

In 1984 woonde ik vier maanden in Madrid, waar ik in de weekeinden diverse busreisjes maakte naar stadjes in Extremadura om de Ruta de la Plata te bekijken. Het was najaar, prachtig weer en ik zal nooit de sfeer vergeten die me toen omringde. De Europese Gemeenschap had nog geen wegennet aangelegd en het toerisme was daar zo goed als afwezig. Alles leegte, stilte, maar ook grote schoonheid. Vooral de eindeloze velden met olijfbomen konden ons erg bekoren. Maar ook het Kersendal in de buurt van ….was net in bloei toen wij er waren.

Tien jaar later probeerde ik met een vriendin van de studie Spaans een reisgidsje in elkaar te zetten omdat we vonden dat toeristen toch moesten weten hoe bijzonder het hier was. We ondernamen een paar reisjes en verzamelden informatie. De ruwe versie van het gidsje ligt nog steeds in een la.

Weer tien jaar later liep ik een paar weken als gids van een journalist mee met een aantal schaapherders,  van Caceres naar de Montes de Leon. Ze waren bij betrokken bij Trashumancia project.

trashumancia pastos.es
2017

URGENTE FINANCIAR LA COMPRA DE UN MILLAR
DE OVEJAS MERINAS TRASHUMANTES

pastora de honor

La conservación de las vías pecuarias como corredores verdes es imprescindible para la conectividad de los ecosistemas y la biodiversidad de nuestra Península Ibérica trashumando por las cañadas, cordeles y veredas, por lo cual la asociación Concejo de la Mesta ha adquirido un rebaño de 1.300 ovejas para el mantenimiento de esta milenaria cultura pastoril mediante la generación de empleos cualificados entre la juventud del Medio Rural.

Puedes hacer tu donativo de 100€/ oveja a la cuenta de la Asociación Trashumancia y Naturaleza 

IBAN: ES11-2048-2025-30-3400029079 (SWIFT/BIC: CECAESMM048)

Más información en el
Tel. 942 700 753 o en  pastores.sinfronteras@pastos.es

Het meest gênante argument dat ik me hier thuis voel is omdat ik me verbeeld dat de vroegere voorouders van mijn moeder hier vandaan zouden kunnen komen. In de tachtigjarige oorlog (1568-1648) zijn nogal wat Spanjaarden achter gebleven  rond Alkmaar, vlak bij De Rijp. Ik stel me voor dat veel

 

 

 

 

Het meest gênante argument dat ik me hier thuis voel is omdat ik me verbeeld dat de vroegere voorouders van mijn moeder hier vandaan zouden kunnen komen. In de tachtigjarige oorlog (1568-1648) zijn nogal wat Spanjaarden achter gebleven  rond Alkmaar, vlak bij De Rijp. Ik stel me voor dat veel Spaanse legermensen werden gerekruteerd uit de arme streken zoals Extremadura (extreem hard, qua land, qua klimaat). Mijn moeder weet te vertellen dat haar voorouders uit Spanje komen. We komen qua genealogisch onderzoek niet verder dan tot die tijd. De Spaanse tak is nog niet achterhaald. Een mooie hobby voor een pensionado, maar ik weet niet of ik er aan toe kom.

Read more

In Bibliotheekblad schreef ik al eens eerder over het verschijnsel algoritmen (http://www.bibliotheekblad.nl/nieuws/nieuwsarchief/bericht/1000004445) in de bibliotheekwereld. In 2007 had ik als hoofd collectie, in het vooruitzicht van een grote fusie binnen bibliotheek Alkmaar met omringende gemeenten, een aantal collectieprofielen geschreven. Ik werd niet aangesteld als hoofd collectiezaken in het nieuwe bedrijf, de collectieprofielen verdwenen onder in een la, en na een paar jaar werd de aanschaf gedaan via algoritmen in de computer.

In de Edmund van 23 december staat een artikel over algoritmen en de DE Letteren.Begin 2018 wijst het werkcongres van de Vlaamse Auteursvereniging een sessie aan algoritmen en big data in de literatuur. Ook het Centraal Boekhuis is er mee bezig. Het CB haalde afgelopen jaar drie jonge datascientists binnen om te kijken hoe die kennis ingezet kon worden. Een van de uitkomsten is een trefwoordengenerator, die nu bij het CB wordt gebouwd. De kunst van het maken van zo’n algoritme zit hem in het definiëren van de juiste trefwoorden. Welke trefwoorden komen relatief het meeste voor? Wat zijn het voor woorden, in welke betekenis worden ze gebruikt.

Dat is precies wat we in de tijd dat we nog het beheer over de computer hadden ongeveer deden. Ik hield aan de balie bij welke woorden klanten gebruikten en gaf die door aan het hoofd catalogus, die ze verwekte in de computer. Ook door diepte-indexering van  boeken werd optimaal gemak geboden voor de klanten. Na uitbesteding van de catalogus rond 1995werd die gevuld door mensen achter een bureau, die veel minder zicht hebben hoe mensen vragen en zoeken.

In 2015 liepen in de bibliotheek een paar jongens rond van de UVA die via sensoren iets met data-tracking deden. Ik raakte met ze in gesprek over big data en zei dat ik een beter zicht had op de klanten dan het algoritme (er kwamen veel boeken binnen die ik nooit gekocht zou hebben). Waarschijnlijk is dat nu nog wel zo zei een van hen, maar in de toekomst zal dat niet meer het geval zijn. In het artikel van Wilma de Rek is de eindconclusie ook in die richting ‘De denkkracht van de mens om die technologie toe te passen is de beperkende factor geworden’. Ik ben bang dat die voorspelling uit gaat komen. Daar ga ik nog op terug komen.

Read more