Ik heb onverwachts weer een loge voor een paar weken. Mijn zoon, de digitale nomade komt een paar weken bij mij bivakkeren. Ik mag trouwens niet meer digitale nomade zeggen tegen hem, hij heet nu een zelfstandig ondernemen zonder vast locatie (zozvl?). De woordcombinatie digitale nomade is voorbehouden aan jongeren die met een rugzak rondtrekken en op het strand wat werk verrichten op hun laptop. De zelfstandige ondernemer die zijn geld met de computer verdient kiest een plek omdat hij geen woonruimte kan vinden in Nederland tegen een redelijke prijs en daardoor uitwijkt naar plekken waar je goedkoop kan wonen en leven. De volgende locatie die op het programma staat als het weer niet lukt is Kiev in Oekraïne. Ik heb gezegd dat ik in dat geval hem zeker kom opzoeken. Veel dichter bij dan Vietnam waar hij de laatste jaren een paar keer verbleef.
De afgelopen weken weer een paar hele interessante boeken in mijn handen gehad en al grotendeels gelezen. Het boek OpperDuitsland van Alexander Schimmelbusch. De hoofdpersoon Victor, een investeringsbankier walgt van zijn leven, het wereldje waarin hij verkeert en de vrouwen die hem omringen, alleen zijn dochter houdt hem moreel op de been. Dan ontwerpt hij een plan om het failliete (Thilo Sarrazin Deutschland schafft sich ab) Duitsland er weer boven op de helpen. Het vermogensplafond mag niet hoger zijn dan 25 miljoen en met de rest van de miljarden die in handen zijn van een paar rijke bankiers moet Duitsland gaan investeren. Hoe dat afloopt weet ik nog niet, ik ben pas halverwege, maar de vergelijking met Houellebecq vind ik vergezocht. Er zit ontegenzeggelijk veel humor in het boek, ook veel neologismen die voor mij vaak onbegrijpelijk zijn, ook veel vakkennis uit de wereld van de zakenbankier die aan mij voorbij gaat, maar ik zit het boek met stijgende verbazing te lezen. Het is zo cynisch zegt Victor; in de jaren tachtig moest iedereen op overnamejacht, grote conglomeraten nastreven, daarna was het tegendeel (corebusiness) weer in zwang, met opnieuw grote winsten voor de zakenbankiers van m&A (mergers and acquisisitions). Boeiende literatuur van binnen uit dus, want Schimmelbusch heeft jaren in die wereld gewerkt.
Van een totaal andere orde is het boek Normale mensen van Sally Rooney. Een liefdesgeschiedenis tussen twee jonge mensen die problematisch wordt door de standsverschillen. Ik zit me af en toe te verwonderen en ook een beetje te ergeren aan het hyper-bewustzijn van de hoofdpersonen. God, wat kennen die zichzelf goed. Hier wreekt zich een alwetende schrijver die zijn hoofdpersonen te veel laat nadenken, wat zich vervolgens niet vertaald in logisch gedrag. Nou ja, ik ga nog even verder, want boeiend is het ondanks dat wel.