Van de week ga ik het boek Zo stroom ik van je over van Eke Mannink lezen. Ik werd getipt door een vriend die een artikel had gelezen in Trouw over een afgelopen zomer gepubliceerde roman van een “weggeefkind”. Het interview met Mannink werd ook gehouden naar aanleiding van het onderzoek naar gedwongen afstand van kinderen in de jaren 60/70/80. Het was een boeiend interview waarin veel zaken de revue passeren. Er zaten voor mij herkenbare emoties in. Bijvoorbeeld het feit dat ze nadat ze het boek had geschreven wilde stoppen met alles wat met het onderwerp te maken had. verzoeken om contact (voornamelijk om verhalen uit te wisselen) wees ze af. Wel beantwoordde ze alle mails en brieven. Iets wat ik ook heb gedaan. Ik heb wel een paar mensen ontmoet maar merkte dat ik daar eigenlijk ook niet al te ver in wilde gaan. Ik heb nu naar aanleiding van het kranten-artikel weer een aanbod van een vrouw die in het tehuis werkte waar mijn dochter de eerste 9 maanden van haar leven heeft doorgebracht. Ik heb toegezegd, maar weet niet of ik daar nu wel goed aan doe. Maar wat me ook opviel aan het interview is het feit dat het je altijd weer achtervolgt. Nu weer met dat onderzoek en het interview in de krant. Mensen die in de supermarkt mijn hand vastgrijpen en met tranen in de ogen allerlei dingen beginnen te vertellen. Het is wel mooi maar ook soms best lastig. Ik heb de afgelopen week ook een reactie gestuurd naar Trouw en ben benieuwd of daar nog op gereageerd wordt.
En vandaag ga ik eindelijk het boek van een oude vriendin bestellen die naar aanleiding van mijn boek ook een boek heeft geschreven. Zij wilde eigenlijk een boek schrijven over de zoektocht van haar stiefdochter naar haar Maori ouders in Nieuw Zeeland, maar schreef uiteindelijk een boek over zichzelf. Ik had haar beloofd het meteen te kopen, maar ik was druk met van alles. Het is van Akky Leurink en heeft als titel De droom van een moeder. Ze is uiteindelijk in Nieuw-Zeeland gebleven en heeft daar een nieuw leven opgebouwd.