Toen de Coronapandemie net begon begon meteen het hamsteren. Iedereen was bang voor haperende voedselketens en andere ongeregeldheden. Ik ken diverse mensen om me heen die grote voorraden voedsel hebben opgeslagen, maar ik ben daar nooit aan begonnen. Het meeste moet je toch na een paar jaar weer weggooien en het staat me op de een of ander manier tegen. Toen ik net in Alkmaar woonde was een goede kennis enthousiast over mijn huis omdat ik een strook van 25 meter langs mijn huis kon openbreken om er aan aardappelveld aan te leggen mocht het ooit nodig zijn. Hij had de hongerwinter meegemaakt en moest na de oorlog in 1945 aansterken op het Belgische platteland. Honger is iets wat je nooit meer vergeet. Diezelfde kennis, nu inmiddels 91, liet me afgelopen week een paar tekeningen zien die hij gemaakt had van een paar meisjes in de rij voor voedsel tijdens de hongerwinter. Ik was onder de indruk, de holle ogen, de lege blik, hij had het goed getroffen. Hij was die meisjes nooit vergeten. Toevallig las ik de afgelopen week het boek van de Nobelprijswinnaar J.M.G.Le Clezio Refrein van de honger. Een boek over hoe zijn moeder in de oorlog vecht tegen de honger en probeert het wegkwijnende gezin overeind te houden. Je voelt meteen een afstandelijkheid in de beschrijving van Le Clezio als hij het over de honger heeft omdat hij dat niet zelf heeft ervaren. Heel anders is dat in andere boeken die ik gelezen heb, Bijvoorbeeld Knut Hamsun Honger, wat op mij diepe indruk maakte of Konstantin Paustovski in zijn zesdelige autobiografie, Het verhaal van een leven.
Honger, dat oorspronkelijk in 1890 verscheen, is een klassieker in de moderne wereldliteratuur. Het is het wilde verhaal van een jonge schrijver/journalist die op de grens van het hongerlijdersbestaan vecht voor een plaatsje in de samenleving. Knut Hamsun werd voor zijn werk bekroond met de Nobelprijs voor de Literatuur.
We zijn nu ruim een jaar verder en ik geloof niet dat mensen nog bang zijn om te verhongeren. We zijn ook nog eens bijna de grootste voedselexporteur van de wereld. Ik ben afgelopen week toevallig voor het eerste getest omdat ik in contact was geweest met iemand die corona bleek te hebben. De eerste test was gelukkig negatief en dat verwacht ik ook van de tweede test die ik vandaag moest doen, ook als omdat die vriend al gevaccineerd was waardoor hij veel minder besmettelijk is. Maar ik moest de afgelopen 5 dagen wel in quarantaine en kreeg meteen een paar goede tips voor series op Netflix. Ik merk dat ik zo genoeg heb van die eindeloze discussies over dat Astra Zeneca vaccin, dat ik meteen begonnen ben met een tip waar ik zin in had Manhunt, unabomber . Ik ben gisteren begonnen en ben meteen gegrepen. De criminal profiler Jim Fitzgerald die in 1995 tot het team toetreedt (wat dan al jaren bezig is en volledig vast zit) weet met een linguïstische analyse (het is een vrouw die hem daarop attendeert en helpt) van hetmanifest van de Unabomber (Industrial society and his future) van de unabomber de dader te achterhalen. Er zit veel maatschappijkritiek in de serie en een thrilleraspect omdat Jim in de ban komt van deze figuur. Allemaal waar gebeurd wat het toch net wat spannender maakt. Op Netflix is ook de serie Unabomber is his own words te zien. Die ga ik daarna kijken.
In 1971 Dr. Theodore Kaczynski rejected modern society and moved to a primitive cabin in the woods of Montana. There, he began building bombs, which he sent to professors and executives to express his disdain for modern society, and to work on his magnum opus, Industrial Society and Its Future, forever known to the world as the Unabomber Manifesto. Responsible for three deaths and more than twenty casualties over two decades, he was finally identifed and apprehended when his brother recognized his writing style while reading the ‘Unabomber Manifesto.’ The piece, written under the pseudonym FC (Freedom Club) was published in the New York Times after his promise to cease the bombing if a major publication printed it in its entirety.