Er zijn weer heel wat boeken voorbij gekomen de afgelopen weken. Ik heb genoten van Luister van Sacha Bronwasser. Geweldige stijl, boeiende thematiek, een echte aanrader. Geen wonder dat ze al maanden in de top10 staat. Dit boek moet het echt hebben van mond-op-mondreclame, want de vormgeving vind ik abominabel. Ik krijg heel erg veel zin in haar vorige boek Niets is gelogen.
In Niets is gelogen van Sacha Bronwasser opent de Nederlandse kunstjournalist Gala Versluis een tentoonstelling in Kortrijk en maakt ze kennis met de flamboyante arts en mecenas Pé Derkinderen. Een samengeraapt gezelschap gaat met hem op pad voor een ontspannen nazit, maar de avond verloopt heel anders dan gedacht. Door een intense gebeurtenis staat iedereen op scherp. Achteraf blijkt echter dat elke aanwezige het moment anders heeft beleefd; de herinnering is een onbetrouwbare, grillige bondgenoot. Het maakt een precieze reconstructie onmogelijk.
De kunstenaar, de bankier, de gynaecoloog, de galeriehouder, de journalist en de adviseur ervaren ieder de gevolgen van wat zich op deze avond heeft afgespeeld. Hun verhouding tot elkaar, hun ideeën over leven en dood en de rol van kunst kunnen niet hetzelfde blijven.
Met Niets is gelogen heeft Sasha Bronwasser, kunsthistoricus en lange tijd recensent voor de Volkskrant, een ideeënrijke, beeldende roman geschreven waarin oorzaak en gevolg samenvallen, uniek in taal en compositie.
Verder ben ik redelijk ver gevorderd in Aan ons vooraf van Giorgio Fontana, maar gek genoeg ben ik er ineens mee gestopt. Net te veel bekende thema’s van de Italiaanse geschiedenis?? ik weet het niet. Het boek werd de hemel in geprezen.
Het boek wat daarna kwam De kwetsbaren van Sigrid Nunez heb ik zelfs na 30 pagina’s weggelegd. Dat gebeurde niet met het nieuwe boek van Ilja Leonard Pfeijffer Alkibiades. Ondanks de ongelofelijke lange ingewikkelde zinnen waar ik even aan moest wennen greep het me wel meteen en ga ik er zeker in door. Wat een eruditie, wat een verbeelding, echt heel bijzonder. Ik weet nog dat ik Pfeijffer voor het eerst las met het boek Het grote baggerboek, wat een taalrijkdom. En nu kan ik alweer naar de bibliotheek om twee boeken op te halen (ik had er 10 in de reservering staan!!) Christos Chomenidis Niki en David Grann, De maand van de bloemendoder.
In 1920 zijn alle Amerikaanse indianenstammen naar een klein grondgebied verdrongen. Zo ook de Osages. Ze leven in de marge van de samenleving, totdat olie wordt gevonden op hun reservaat in Oklahoma. Plotseling zijn ze het rijkste volk ter wereld. Ze kopen auto’s, bouwen grote huizen en laten hun kinderen studeren aan Europese universiteiten.
Vervolgens worden de Osages een voor een vermoord. Het dodental blijft opgelopen en de zaak komt bij de recent opgerichte FBI terecht. De FBI verknoeit de zaak echter volledig en de jonge FBI-directeur J. Edgar Hoover vraagt Texas Ranger Tom White om de zaak op te lossen. White stelt een undercoverteam samen dat een gruwelijk complot op het spoor komt.
David Grann heeft jaren onderzoek gedaan naar de moordzaak. De maand van de bloemendoder is niet alleen een spannend relaas over een reeks koelbloedige moorden; het onthult ook de schrijnende desinteresse van een samenleving in het lot van de inheemse Amerikaanse volkeren, waardoor de moordenaars zo lang ongestoord hun gang konden gaan.