Alweer bijna een week terug uit Libanon en we moeten concluderen dat een vakantie nog nooit zoveel haken en ogen had. Allereerst de onrustige situatie met een gedeeltelijk negatief reisadvies waardoor mijn reisgenoten liever de reis wilden uitstellen. Na overleg met Djoser heb ik iedereen kunnen overtuigen dat er echt geen gevaar was om deze reis te maken (drie mensen uiteindelijk uit de groep kwamen niet opdagen!). We hebben ons inderdaad geen moment onveilig gevoeld, ondanks de blokkades op de snelwegen (die onze chauffeur steeds behendig wist te omzeilen maar die wel veel tijdsverlies opleverden). De vele militairen in het land maakte juist dat je je veilig voelde. Behalve in de Bekaa-vallei die in handen is van de Hezbollah en waar burgers met zware wapens de weg naar Baalbek bewaakten voelde je iets van spanning. Langs deze weg zagen we trouwens heel veel vluchtelingenkampen van Syriërs. Een treurig gezicht ook omdat overal hekken om heen stonden die moeten voorkomen dat ze over het land uitwaaieren. We hebben veel demonstraties gezien in bijna alle steden die we aandeden, Tyre, Tripoli, Byblos en Beiroet zelf. Op onze eerste wandeling door de stad was het centrum van de stad rondom de Blauwe moskee en het Plein van de martelaren volledig afgesloten. In de loop van de week werd er iemand doodgeschoten en werden de blokkades geïntensiveerd.
Ten overvloede, de blokkades zijn een gevolg van de corruptie binnen de regering en de grote economische malaise. Een toeslag van 20 cent op whatsapp gesprekken ontstak de lont op 17 oktober. De regering is inmiddels afgetreden, maar er is nog geen zicht op een nieuwe regering. De demonstranten eisen een zakenkabinet, iets dat Hariri niet wil, die wil ook politici blijven betrekken. En ze willen niet-sektarische verkiezingen. Tijdens onze week was ook Danny Ghosen, een Libanees die nu in Nederland woont in diverse steden om verslag te doen van de beweegredenen van de opstand. Ik raad iedereen aan om dit verslag van 11 november bij uitzending gemist te bekijken.
Een andere teleurstelling was de stad Beiroet, zogenaamd het Parijs van het Midden-Oosten. Nou, die naam mogen ze wat mij betreft echt niet meer dragen. Alle oude huizen die je nog ontwaart tussen de vaak lelijke hoogbouw, zijn aan het verpauperen. Langs de boulevard (Corniche) is de ooit waarschijnlijk intieme sfeer verdwenen door torenhoge nieuwbouw (de rijke elite rond Hariri schijnt flink te hebben verdiend aan deze projecten). De stad is ook behoorlijk vervuild, alles wordt op de grond gegooid, het leek af en toe wel op India. Te wijten aan een gebrekkig vuilnis ophaalsysteem. En misschien ook wel door de vel bedelaars en daklozen die we gezien hebben. De stad is ook ontzettend duur. Vaak duurder dan in Nederland. Alleen in Tripoli hebben we goedkoop kunnen eten. Ook de luchtvervuiling is behoorlijk hoog door de constante stroom van autoverkeer. Ik had na een week branderig ogen en verlangde naar frisse lucht. Het is geen fijne wandelstad met pittoreske straatjes. Misschien hebben we te weinig ons best gedaan, maar ook van anderen hoorden we dezelfde verhalen. Ik had me verheugd op een soort Tel-Aviv, waar je s’avonds heerlijk in het zand een drankje kon drinken, maar daar was geen sprake van. Er was een strandje, maar dat was behoorlijk vervuild.
Een andere tegenslag was ziekte, voor het eerst sinds we gezamenlijk reizen met zijn vieren hadden we zieken. Mijn zus kreeg een voedselvergiftiging in een duur restaurant en mijn vriendin een virus waardoor ze de helft van de vakantie miste. Gelukkig was dat de dag nadat we Baalbek hadden bezocht, toch absoluut het hoogtepunt van de vakantie. Libanon was een vakantieland bij uitstek door de vele prachtige opgravingen in Tyre, Byblos en Baalbek, maar dat is ingestort door de oorlog in Syrië. Wat ook nog genoemd moet worden is dat de hele kuststrook is volgebouwd, nergens een stukje groen , behalve in de buurt van Tripoli.
Ik ben wel blij dat ik al die prachtige dingen heb gezien, maar door de sfeer in het land had alles toch een beetje een rouw randje. Traditiegetrouw gaan we de laatste avond een beetje filosoferen over onze volgende bestemming, maar we waren er snel over uit dat het volgende keer geen midden-oosten gaat worden. Misschien Tunesië, maar ook Europa is een optie met Zuid-Spanje, Italië of Griekenland. We hadden in het Mineralen museum een leuke ontmoeting met een Nederlander die in Beiroet werkte aan de opbouw van politie en die raadde ons Hammamet (een stad zo groot als Alkmaar) aan, 60 kilometer ten zuiden van Tunis en veel minder toeristisch als Sousse.
Misschien ga ik als afsluiting nog wel het boek van Martijn van der Kooij, Alle dagen Libanon, van tricky Tripoli tot bruisend Beiroet lezen. Mijn kamergenoot had het boek op de e-reader en het leek me een must om te lezen. Jammer genoeg was het boek niet in de bibliotheek en had ik het dus niet gelezen, maar dat ga ik denk ik alsnog doen.