Netflix

Vorige week had ik mezelf een boek cadeau gedaan van Jaan Kross, De drie plagen. In de zomer heb ik zin in een boek waarin ik maar door wil gaan omdat het televisie aanbod vaak zo bedroevend is. Maar alhoewel Jaan Kross de hemel wordt ingeprezen en overal vijf sterren krijgt en wordt gezien als de beste historische roman ooit, ben ik er na een week nog niet verslaafd aan en grijp ik toch af en toe weer naar iets anders. In dit geval was dat de Netflix serie De staircase, over een echte rechtszaak tegen een man die van de moord op zijn vrouw wordt verdacht. De schrijver Michael Peterson (die veel boeken op zijn naam heeft staan) liet zich vanaf het begin van de beschuldiging in 2001 filmen en het resultaat heeft geleid tot deze bloedstollende serie. Heeft Peterson zijn vrouw van de trap geduwd en met een scherp voorwerp op het hoofd geslagen of is het gewoon een val van de trap (ze had veel gedronken!!) Ik had al een jaar geleden de serie Making a murderer gezien en het lijkt er op dat ook in deze zaak Peterson’s schuld al vast staat, terwijl je als kijker na 11 afleveringen zeker weet dat Peterson onschuldig is. Peterson schreef drie boeken over de Vietnam oorlog en was ook een journalist met een kritische blik op het rechtssysteem.

Vlak voor de vakantie las ik het boek Spoiler, over televisieseries en wereldliteratuur van Mark Kloostermans. In dit boek analyseert hij de wereldwijde verslaving aan deze series en hij komt tot de conclusie dat deze series werken zijn met grote diepgang en dat ze discussies voort zetten die zijn gestart door de grote klassiekers uit de wereldliteratuur. Hij vergelijkt Breaking bad (mijn favoriet) met Faust, Game of thrones met Oorlog en vrede van Tolstoj, Don Quichot met Westworld en True Detective (ook favoriet) met Niels Lyhne uit het boek van Jens Peter Jacobsen. Misschien moet ik me maar niet meer zo schuldig voelen als ik niet een paar avonden achter elkaar zit te lezen, maar series zit te kijken.