Ik heb net de tentoonstelling Weids bezocht in het Stedelijk museum Alkmaar. We liepen in een bijna leeg museum, maakt het toch altijd wat specialer. Ik houd erg van het Noord-Hollandse landschap. Prachtig hoor de heuvels van Maastricht, de Drentse heide, maar ik voel me echt een kustkind en houd ontzettend van een horizon. Dat stond ook aan het begin van de tentoonstelling, het belang van een horizon. Ik weet nog dat ik in de bergen van de Himalaya wandelde en een week later in het duingebied van Bergen en dacht “dit gebied is veel meer gemaakt naar de menselijke maat”. Ik vond vooral de zwartwit tekeningen van Leo van Gestel heel mooi. Ik heb sinds een paar maanden tekenles en ga proberen deze tekeningen na te maken.
De in Noord-Holland bijna altijd zichtbare horizon loopt als een eindeloze streep door de tentoonstelling en verbindt alles met elkaar. Weids! vormt voor heel Noord-Holland een waardige aftrap van het themajaar Ode aan het Nederlandse landschap 2021. De woorden aan het begin van de tentoonstelling.
Ik zag tot mijn grote blijdschap dat vanaf 1 mei het Stedelijk museum een tentoonstelling wijdt aan Rudi van de Wint waar ik recentelijk een blog over heb geschreven naar aanleiding van een bezoek met vrienden aan zijn kunstproject De Nollen in Den Helder Zuid. Ik ben afgelopen week ook nog naar de film The assistent geweest. Laaiend recensies in de kranten en de film was ook heel bijzonder, maar ik ging toch met een onbevredigend gevoel de bioscoop uit. Het gaat niet alleen over het misbruik op een groot kantoor van een entertainment-tycoon (die je niet krijgt te zien), maar ook over een onmenselijk kantoor waarin iedereen elkaar onderuit probeert te schoffelen. De hoofdpersoon is bereid alles te pikken en onder aan de ladder te beginnen omdat ze in die wereld wil zijn. In het echt leven zou ze niet dezelfde keuzes maken als op het werk. Dat mensen bereid zijn zo ver te gaan. Ik had gehoopt dat er nog een andere wending zou komen voor de assistente, maar die komt niet. Ze gaat mee in die wereld en dat stelde me te leur.
De film sluit wel mooi aan bij de vierdelige serie Room 2806, the accusation op Netflix die ik afgelopen weekend ook bekeek. De serie gaat over de aanrandingszaak tegen Dominique Strauss Kahn, de man die in 2011 op het punt stond om de nieuwe president van Frankrijk te worden en zichzelf ten val bracht door een kamermeisje te overmeesteren en dacht dat hij overal mee weg kon komen. Dat gebeurt ook maar hoofd van de IMF en president zal hij niet meer worden. Hij schijnt nog steeds staatshoofden (in Afrika) te adviseren vanuit Marokko. waar hij nu met een nieuwe jonge vrouw woont.
Wat betreft de boeken, ik heb De jaren van Annie Ernaux in een paar dagen uitgelezen en was ook daar niet weg van. Een autosociobiografie waarin Ernaux aan de hand van foto’s een verband probeert te leggen met alles wat er in de wereld om haar heen gebeurde. Het voortdurend heel en weer geslingerd worden tussen privé beslommeringen en het wereldtoneel vond ik vermoeiend. Vandaag heb ik twee delen besteld van de drieluik van Tove Ditlevsen, een Deense schrijfster.
Tove Ditlevsen (1917–1976) werd jarenlang gezien als een schrijver die niet in de literaire kringen van haar tijd paste; ze was een huisvrouw uit de arbeidersklasse met vier gestrande huwelijken en een sluimerende drugsverslaving, waar ze ook nog eens openhartig over schreef. Hoe anders is dat nu: een nieuwe generatie van veelal jonge lezers herontdekt wereldwijd het oeuvre van Tove Ditlevsen. Ze wordt nu gezien als een van de grote literaire sterren van Denemarken. Haar rauwe en springlevende proza krijgt eindelijk de waardering die het verdient. De Kopenhagen-trilogie is haar meest kenmerkende werk, waarvan het eerste deel nu voor het eerst in het Nederlands vertaald is. In Kindertijd beschrijft Ditlevsen hoe het is om op te groeien als buitenbeentje in het Kopenhagen van na de Eerste Wereldoorlog. Er brandt iets onbestemds, iets groots in haar. En ze weet dat ze op een dag moet ontsnappen uit de omgeving van haar kindertijd.