• Hallo, en welkom op mijn website

    Hallo, en welkom op mijn website

    Ik geef hier boekentips, deel zinvolle informatie met mede pensionado's en je kunt meer lezen over mijn boek "Tijd van Onschuld"

Omdat Buitenhof even met vakantie is kijk ik nu zondags naar het Filosofisch kwintet. Vorige week haakte ik vrij snel af, maar gisteren werd ik meteen getriggerd door de cultuursocioloog Stef Aupers die een volgens hem heel triviale onzekerheid had (dat had Clairy Polak namelijk gevraagd, wat maakt je onzeker in deze tijd?) en dat betrof de techniek waar hij geen grip meer op had. Volgens mij uitte deze man een hele algemene onzekerheid die bijna iedereen kent. Deze week kreeg ik een melding dat er mogelijk allerlei accounts van mij konden worden gehackt omdat er een datalek was geweest. Onder andere bij booking.com waar ik al heel lang niet meer actief op ben. Ik heb het maar weg geklikt maar ik word er erg onzeker van. En dit is maar een van de vele voorbeelden. Vorige week begon ik tijdens een wandeling met een zus over de column van Olaf Tempelman (De bewuste digibete burger) die te kakken werd gezet door een jonge spierbundel, die vervolgens zelf ook stond te schutteren (bij de ingang van een sportschool moest je ineens met een QR-code naar binnen in plaats van met een pasje) met zijn smartphone. Mijn zus opperde het idee om maar eens een bericht te sturen naar Tempelman dat ze zo genoot van zijn columns. Ik zei dat ze dat zeker moest doen. In dat zelfde programma van gisteren was ook de econometrist Sanne Blauw aan het woord over haar onzekerheid over de columns die ze schrijft voor de Correspondent. Omdat ze zo veel bagger over zich heen kreeg schreef ze een column dat ze zou stoppen. Vervolgens kreeg ze zo veel fanmail (die je anders nooit hoort) dat ze besloot toch door te gaan. Dus ja, mensen moeten vaker columnisten aanmoedigen anders krijgen ze alleen de negatieve berichten over zich heen. Mijn zus verzuchtte dat ze het liefst alle techniek over boord wilde gooien en weer helemaal opnieuw wilde beginnen. De vriend waar ik gisteren mee wandelde zei dat dat volgens hem wel moest kunnen. Hij wilde ook graag van WhatsApp asf en op Signal over omdat dat ook van Facebook is. De problemen waar we nu mee geconfronteerd worden (Het is oorlog en niemand die het ziet) zijn zo groot dat dat je het bijna zou wensen. De afgelopen week stond ook her een der een recensie van het boek van Sheera Frenkel en Cecilia Kang, Een smerige waarheid, Facebooks gevecht om de wereldheerschappij, over de macht van Facebook. Een boek dat ik zeker wil lezen.

Nou genoeg gesomberd over de techniek en nog maar even de boeken die deze week de revue passeerden. Vrijdagmiddag las ik in een uurtje het boek Elif Shafak, Zou Houd je moed in een tijd van verdeeldheid; urgent pleidooi voor optimisme. Even fijn om tussen door te lezen. Je mag niet bij de pakken neer gaan zitten, maar doorgaan…Niet de schreeuwers die meteen reageren op Sanne Blauw de overhand laten nemen, maar ook reageren als je wat positiefs hebt bij te dragen.

Het voelt alsof de wereld op instorten staat. Dus hoe kunnen we dan vasthouden aan ons optimisme? Hoe kunnen we onze hoop, vertrouwen en geloof in iets beters voeden? En hoe kunnen we in deze verdeelde wereld onze kalmte bewaren?
In dit prachtig geschreven, verhelderende stuk overdenkt Booker Prize-genomineerde Elif Shafak dit pessimistische tijdperk, waarin onze politiek wordt geleid en misleid door emoties, en waarin desinformatie en angst de norm zijn.
In een gevoelig, bemoedigend pleidooi voor optimisme diept Shafak haar eigen herinneringen op en put ze uit de kracht van verhalen om te laten zien hoe democratie, tolerantie en vooruitgang door schrijven gevoed kunnen worden. Daarbij geeft ze en passant ook nog antwoord op de meest prangende vragen van onze tijd.

Ik was ook begonnen aan mijn tweede boek van William Boyd, Wachten op de dageraad (Uitmuntend, roman van het jaar The Times), maar ik was er zo maar niet zo enthousiast over de eerste 100 pagina’s. Over een man met een seksueel probleem die naar Wenen gaat om zich te laten behandelen (Freud wandelt ook rond). Ik geef het vanavond nog een kans en anders ga ik toch beginnen met Het huis van de vier winden van Elif Shafak.

Read more

Voor het eerst sinds anderhalf jaar begin ik echt het vakantiegevoel te missen. En nu we weer in een vierde golf zitten ben ik bang dat ook de novembervakantie in het water gaat vallen. Ik weet het, het is een luxe die veel mensen in de wereld niet kennen, maar de mens is toch een gewoontedier. Februari 2020 ging ik een midweek naar Istanbul met mijn zoons en daarna bleef het stil (afgezien van een onverwachts weekje Frankrijk met een vriendin die daar een huis heeft). Het heerlijke gevoel van avontuur, spanning voor het onbekende. Natuurlijk Nederland is mooi en heeft veel te bieden, maar dat haalt het toch niet bij het gevoel dat je krijgt bij verre landen. Ik heb de afgelopen weken weer veel gelezen, gesport (ik ben met een nieuwe sport begonnen, tennis, tot mijn verrassing heel leuk), gewandeld, maar het zijn de bekende dingen. Ook ben ik voor het eerst weer eens naar de film geweest (Nomadland, hmm minder goed dan ik gehoopt had, veel clichés) en ook naar een museum, maar ik had de indruk dat het veel stiller was dan je zou mogen verwachten na een half jaar lockdown. Is iedereen nog bang, zijn mensen gewend geraakt aan hun kalme leventje? Ik kijk met veel plezier naar het programma Dwars door de Middellandse zee van Arnout Hauben en Marijn Sillis) heb je toch nog een beetje het gevoel dat je een beetje weg bent. Ik ben een echt kustmens en dan kom je met dir programma wel aan je trekken (alhoewel ze wel erg snel door de eilanden trekken).

Nu, de boeken die ik heb gelezen of ga lezen. Allereerst Hoe ik talent voor het leven kreeg van Rodaan Al Galidi. Je gaat je voor Nederland schamen als je dit boek leest, wat een vernederende, ellendige procedures moeten al die vluchtelingen doorstaan. Ik kon er af en toe niet in verder zo’n onmachtig gevoel je krijgt. Een top boek wat ik in een paar dagen heb uitgelezen is De vele levens van Amory Clay, van William Boyd (tip van de boekhandelaar uit Schotland). Ik heb meteen een nieuw boek van hem besteld Wachten op de dageraad.

Amory Clay lijdt in haar jeugd onder de krankzinnigheid van haar vader die gebroken uit de Eerste Wereldoorlog terugkeerde. Ze zoekt steun bij haar oom Greville, een societyfotograaf, die bij haar een levenslange passie voor fotografie ontketent.
Na een kostschoolopleiding wordt ze de assistent van Greville, met wie ze de Londense beau monde fotografeert. Haar zoektocht naar liefde en artistieke expressie brengt Amory vervolgens naar het roerige Berlijn van de late jaren twintig, naar New York in de jaren dertig, naar de antifascistenrellen in Londen en, als een van de eerste vrouwelijke oorlogsfotografen, naar Frankrijk in de Tweede Wereldoorlog.
‘De vele levens van Amory Clay’ is een meeslepend verhaal van een leven dat ten volle wordt geleefd, verluchtigd met ‘gevonden’ authentieke foto’s. Tegelijkertijd heeft Boyd een weids panorama geschapen van een aantal cruciale momenten uit de moderne geschiedenis, opgetekend via de lens van een onvergetelijke vrouw.
 

En recentelijk was ik enthousiast over Elif Shafak, waardoor ik nu in het tweede boek ben begonnen Het huis van de vier winden (over een Koerdische vrouw die in het reine probeert te komen met haar verleden), en heb ik haar meest recente boek Zo houd je moed in een tijd van verdeeldheid gereserveerd in de bibliotheek.

Het voelt alsof de wereld op instorten staat. Dus hoe kunnen we dan vasthouden aan ons optimisme? Hoe kunnen we onze hoop, vertrouwen en geloof in iets beters voeden? En hoe kunnen we in deze verdeelde wereld onze rust/ kalmte bewaren?
In dit prachtig geschreven, verhelderende stuk overdenkt Booker Prize-genomineerde Elif Shafak dit pessimistische tijdperk, waarin onze politiek wordt geleid en misleid door emoties, en waarin desinformatie en angst de norm zijn.
In een gevoelig, bemoedigend pleidooi voor optimisme diept Shafak haar eigen herinneringen op en put ze uit de kracht van verhalen om te laten zien hoe democratie, tolerantie en vooruitgang door schrijven gevoed kunnen worden. Daarbij geeft ze en passant ook nog antwoord op de meest prangende vragen van onze tijd.

Dat was het weer voor vandaag……..

Read more

Na een jaar eindelijk weer eens een boekenclub. Er werd geen specifiek boek behandeld, maar iedereen mocht een paar boeken bespreken die hij/zij de moeite waard vonden. Mijn eigen titels sla ik over omdat ik die iedere keer heb behandeld in mijn blog. Er werden erg veel non-fictieboeken besproken, maar dat komt omdat onze club meer mannen dan vrouwen omvat. Het nieuwe boek voor de volgende keer wordt Willem die Madoc maakte van Nico Dros. Ik was helemaal vergeten dat deze woorden de eerste zin vormen uit het anonieme Middeleeuwse boek Van den Vos Reynaerde.

Voorbij kwamen de volgende boeken Robert Anker, In de Wereld, Caroline de Gruyter, Beter wordt het niet; een reis door de Europese Unie en het Habsburgse rijk (in dit boek heb ik het meeste zin) Enny de Bruijn, De hoeve en het hart; een boerenfamilie in de Gouden eeuw, Flip van Doorn, De friezen (we hebben twee friezen in ons midden)..

De gedachten van boeren uit vroeger eeuwen zijn maar al te vaak in de wind verwaaid. Ze hebben generatie na generatie hun akkers geploegd, hun koeien gemolken en hun kinderen opgevoed, maar ze hebben meestal geen blijvende sporen nagelaten in boeken of brieven. Een zeldzame uitzondering is de familie waarover De hoeve en het hart gaat. Dankzij de verhuizing van een boerenzoon uit Herwijnen naar de stad, begin achttiende eeuw, zijn er ruim 180 brieven bewaard gebleven van zijn vader en andere in het dorp achtergebleven familieleden. Bovendien is er een uniek archiefstuk met hun familieverhalen, dat tot diep in de zeventiende eeuw terug reikt. Enny de Bruijn beschrijft beeldend en liefdevol hoe deze boeren uit het rivierengebied dijken hebben onderhouden en paarden gefokt, hoe ze conflicten hebben opgelost, huwelijken gesloten, verhalen verteld en kinderen opgevoed. Dankzij hun verhalen kunnen we een blik werpen in een onbekende plattelandscultuur, die altijd in de schaduw heeft gestaan van de veel bekendere, Hollandse en stedelijke cultuur uit de geschiedenisboeken.

Harald Jaehner, Wolfstijd, Duitsland en de Duitsers 1945-1955 (heb ik ook veel zin in) Christine Brinkgreve, Licht en schaduw, 15 vrouwen over leven en overleven, Klaas Tammes, Een verdwaalde intellectueel, Hans Gruijters; van kroegbaas tot eerste burgemeester van Lelystad en Flip van Doorn, De friezen. Naar aanleiding van dit boek kregen we het over een van de meest opmerkelijke boeken die we de afgelopen dertig jaar (jaja, de tijd gaat snel) in onze boeken club hebben gelezen, dat van Gjelt de Graaf, Wijneigen.

Ook al is het terpdorp in de Friese klei verzonken, het zou qua sfeer zo uit het Zuid-Amerika van Márquez kunnen zijn gelicht. Eige voelt zich lam gelegd door de gesloten gemeenschap waarvan hij deel uitmaakt. Waarom blijft hij toch inklinken op z’n geboorteklei? Hoe kan hij afrekenen meteen dorp dat hem klein houdt? Hij zoekt zijn toevlucht in de wijn. Een kleine oorlog begint te gisten; het wordt aardappel versus druif. Is het uiteindelijk Eige, de pimpelaar, die zijn omgeving verdrinkt? Of verlost Eige, de wijnschenker, zich van de mensen die hem niet mogen maar niet wie hij heeft te leven? Net zoals de held in Het parfum van Patrick Süskind gebruikt ook Eige zijn neus als wapen. Wijneigen vertelt in een meesterlijke stijl over de queeste naar eigenwaarden: een wijnboek als geurwaaier, een overlevingsgids voor de Friese heuvels, de laatste heildronk van Socrates.

Edmund de Waal, Brieven aan Camondo, (vond Gjalt geen aanrader), Pieter Gerrit Kroeger, Tand des tijds, het CDA in de nieuwe eeuw (hoogst actueel) en als laatste Valerie Hansen, Het jaar 1000, de ontdekking van de wereld.

Read more

In mijn boek Tijd van onschuld heb ik het over mijn vader die ons voorhoudt dat als wij volwassen zijn we overheerst zullen worden door de Chinezen. Dat concludeerde hij uit een grafiekje (een miljard Chinezen toen tegen veel minder Europeanen) van een aardrijkskundeboek dat bij ons thuis in de kast stond. Wij gingen als kinderen alvast onze ogen in spleetjes trekken. Daar moest ik de afgelopen week weer eens aan denken nadat ik het boek van Saygul Sauytbay De kroongetuige had gelezen. Zelden ben ik zo van slag geweest als dit boek. Ik had het idee dat wat er in de kampen van Xinjiang (waar Oeigoeren wonen) gebeurt erger is dan de concentratiekampen van de Tweede Wereldoorlog. Zij is als enige uit die kampen ontsnapt en vindt nu gehoor bij de politieke leiders in Amerika en Europa.

Een even moedig als adembenemend ooggetuigenverslag uit de grootste goelag in Xianjiang, China, van onze tijd, waarin inmiddels miljoenen Oeigoeren en Kazachen werden opgesloten.

‘De hele wereld moet weten wat er in de kampen gebeurt en wat de partij nog allemaal van plan is.’ In de Chinese provincie Xinjiang staan honderden gevangenissen en strafkampen. Ze zijn gebouwd om Oeigoeren en Kazachen op te sluiten en hen te beroven van hun identiteit en hun geloof. De omstandigheden zijn er onmenselijk: hersenspoeling, foltering, verkrachting en gedwongen inname van medicatie zijn aan de orde van de dag. De etnisch Kazachse arts Sayragul Sauytbay groeide op in Xinjiang. Jarenlang stond ze aan het hoofd van verschillende kleuterscholen, totdat ze op een dag aan de beurt was en in een strafkamp verdween. Daar moest Sauytbay haar medegevangenen de Chinese taal, cultuur en politiek bijbrengen. Daarbij wist ze toegang te krijgen tot zeer geheime informatie. Na een jaar in de hel lukte het haar te ontsnappen en naar Kazachstan te vluchten. Uiteindelijk kreeg ze asiel in Zweden. Haar leven is tot op de dag van vandaag in gevaar: zij wordt voortdurend bedreigd door de Chinese geheime dienst. Dat heeft haar er niet van weerhouden haar schokkende verhaal te doen. De kroongetuige is een even moedig als adembenemend ooggetuigenverslag uit de grootste goelag van onze tijd, waarin inmiddels miljoenen Oeigoeren en Kazachen werden opgesloten. Een waarschuwing voor de onheilspellende macht en ambities van China.

In het boek was ik het meest geschokt over de stukken waar Sauytbay de hand op weet te leggen (ze gaf les in de kampen omdat ze hoog opgeleid was en chinees sprak) en waar een tijdsplanning stond over hoe China langzamerhand de controle krijgt over een steeds groter gebied. Van 2015-2025, Hong-kong, Taiwan en Xinjiang (bijna voltooid), van 2025-2035, de aangrenzende landen als Oezbekistan, Kirgizie enz., en van 2035-2055 wordt Europa onder de voet gelopen. Dat laatste is al aan de hand als je ziet hoe de nieuwe zijderoute vorm krijgt in Afrika en Europa. China koopt steeds meer macht in door overal geld in te steken. Als ik lees dat Alkmaar rond het station een Chinezenhotel willen bouwen denk ik, zijn jullie helemaal gek geworden. Kijk wat er gebeurt in Giethoorn! Chinezen nemen alles over. Afgelopen maart is er al begonnen met de bouw van een groot kantoor voor de Airblast groep in de Boekelermeer.  ( bericht van juni 2021: Airblast groep overgenomen. China’s grootste producent van industriële schuur- en slijpmiddelen en hoge-druk straal apparatuur, neemt de Nederlandse Airblast groep over. Airblast houdt zich bezig met de import en export, assemblage, wederverkoop en levering van technisch-industriële apparatuur voor oppervlaktebehandeling) Willen we dat nu we weten wat de Chinezen allemaal van plan zijn. Ik ga onmiddellijk het boek van Henk Schulte Nordholt Is China nog te stoppen? hoe een virus de wereldorde verandert reserveren. En dan vooral omdat het boek hoopvol eindigt. Toevallig las ik van de week ook een stuk in de Volkskrant waarin Chinese jongeren massaal in verzet gaan tegen de extreme werkdruk en prestatiedrang die van bovenop opgelegd wordt. Dat geeft ook toch een beetje de hoop dat het niet zal lopen zoals de partij van China wil.

Aanvankelijk was China het middelpunt van de coronacrisis. Niet voor lang. Het land was al snel coronavrij en de economie groeit inmiddels weer stevig. De communistische partij greep de crisis aan om de ‘Grote Wedergeboorte van de Chinese Natie’ versneld uit te voeren. In het midden van de 21ste eeuw moet China een perfect draaiende eenpartijstaat zijn die economisch, militair en vooral technologisch zijn gelijke niet kent. Deze wezenlijke bedreiging voor de democratische wereld wordt niet goed onderkend – met name niet door Europa.
In Is China nog te stoppen? legt Henk Schulte Nordholt uit wat de communistische partij drijft, hoe zij de macht van het land versterkt en wat onze reactie zou moeten zijn. Zijn slotakkoord is hoopvol: Xi Jinping gaat er niet in slagen het land blijvend naar zijn hand te zetten.

Om niet alleen maar akelige boeken te lezen (ik las ook nog tussendoor in Fantoomgroei) wissel ik af met een boek dat ik van de week cadeau kreeg van een klant en dat ik absoluut moest lezen, het ging om Dagboek van een boekhandelaar van Shaun Bythell. Wat een ongelooflijk leuk boek. Korte hoofdstukjes over wat er zo allmaal gebeurt in het leven van een boekhandelaar, de vreemde klanten, de bijzonder collecties waar hij achter aan gaat, de tips voor goede boeken, echt een boek naar mijn hart. Had mijn leven er nou ook ongeveer zo uit gezien als we destijds de Eerste Bergense boekhandel hadden gekocht. Niet helemaal, omdat de winkel van Shaun het grootste antiquariaat van Schotland is. Toch iets anders dan een normale boekhandel, waar veel ‘normaler” publiek komt. verzamelaars zijn toch vaak hele aparte mensen.

Read more

Ik stond op mijn werk bekend om mijn veel briefjes die op mijn bureau lagen. Meestal dingen waar ik mee aan de slag wilde of die als inspiratie moesten dienen voor de nieuwe dag. Ik heb er al eerder melding van gemaakt. Ik heb er nu ook weer een aantal liggen die ik onder de aandacht wil brengen. Ik kwam in De Groene een boek tegen van de Correspondent waarvan ik meteen dacht, waarom is dit nooit eerder geschreven. Het was het boek Het recht van de snelste, hoe het verkeer steeds asocialer werd van Thalia Verkade en Marco te Broemmelstroet. Toen ik mijn rijbewijs haalde in 1970 (of1969) reden er een miljoen auto’s op de weg en vielen er jaarlijks meer dan 3000 doden en een evenredig aantal gewonden. Dat kwam door alcoholgebruik, slechte auto’s zonder airbags en riemen en natuurlijk door asociaal rijgedrag. Ik vond het altijd vreemd dat iedereen dat als een gegeven beschouwde en zich vrolijk in het verkeer stortte. Ik ben nooit een liefhebber geworden van autorijden, veel liever nam ik de trein. Ik stopte na10/12 jaar met rijden en rijd altijd met het openbaar vervoer. Als ik nu wel eens meerijd verbaas ik me behalve over de drukte over het hufterige gedrag van mensen die te snel rijden. Toen de maximum snelheid werd teruggedraaid naar 100 kilometer las ik dat dat toch weer veel doden zou schelen. En dan toch die VVD’ers die koste wat kost harder willen. Onze hele maatschappij is ingericht op snelheid, maar wat winnen we er eigenlijk mee? In het verkeer een paar minuten, op het werk een hoop stress. Lees het boek maar van Thalia Verkade!!

Steekt een hert de weg over of rijden wij dwars door zijn bos heen? Waarom moeten we op een knopje drukken als we de straat over willen steken? En hoe kan het dat we steeds sneller reizen, maar geen seconde eerder thuiskomen?

Van files tot fietssnelwegen, van drempels tot deelauto’s: hoe we ons verplaatsen heeft enorme invloed op de inrichting van onze straten, onze steden én onze samenleving. Het bepaalt zelfs hoe we met elkaar omgaan.

In dit boek gaan journalist Thalia Verkade en wetenschapper Marco te Brömmelstroet op zoek naar een antwoord op die ene belangrijke vraag: van wie is de straat? Ze ontdekken dat het verkeer onze publieke ruimte heeft overgenomen – en laten zien dat een radicaal andere inrichting mogelijk is.

Op een ander briefje staat een boek dat ik heel graag wil lezen maar dat niet door de bibliotheek werd aangeschaft, het is het boek Papyrus, een geschiedenis van de wereld in boeken van Irene Vallejo. Er stonden lyrische recensies in de diverse media en een quote van haar die werd aangehaald trof me. Het gaat over de angst van veel mensen dat het boek gaat verdwijnen. De quote luidt: zoveel dingen met een duizendjarige geschiedenis zijn er niet, dat zijn taaie overlevers, die zijn we heus niet zomaar kwijt. Ik wou dat ik dit citaat paraat had in 2007 toen mijn nieuwe directeur die voor de broodnodige innovatie moest zorgen het idee kreeg om een boekloze bibliotheek te scheppen (dat gaat binnen 10 jaar gebeuren). Alles moest digitaal want das was modern. Gelukkig is dat dus nooit gebeurd, maar ik merk wel dat ik veel boeken van andere bibliotheken moet bestellen omdat lang niet zoveel in boeken wordt geïnvesteerd als in mijn tijd.

Het lijkt wel alsof ze naast je zit in een gezellige pub en haar verhaal aan je vertelt. Hierdoor lijkt het dan ook alsof ze van het een naar het ander springt en dat het geheel nogal onsamenhangend is. Eenmaal je haar stijl wat gewoon bent merk je pas hoe ingenieus het boek is opgesteld en waarom het reeds meerdere prijzen heeft
gewonnen. Ikzelf had ook wat moeite om erin te komen. Maar eenmaal ik het wat gewoon was nam het boek mij mee op een magische reis doorheen de geschiedenis.

Mijn derde en laatste briefje kwam uit een artikel van Chistiaan Weijts in de NRC van 13 juni, waarin hij een pleidooi houdt voor terughoudendheid. Weijtss noemt als een van zijn geestelijke mentors Balthasar Gracian, die het boek Handorakel en kunst van de voorzichtigheid in 1647 schreef (vertaald door Theo Kars). Ik heb een jaar geleden bijna mijn hele Spaanse collectie weggedaan, maar een paar titels die me lief zijn heb ik bewaard. Dit boek van Gracian is er een van. Gracian schreef iets eerder al het boek El discreto, vertaald als De levenskunstenaar. Discretie was in die tijd een grote deugd en omvatte naast discretie ook de deugden gematigdheid en voorzichtigheid. Een boek dat al honderden jaren mensen weet te inspireren moet wel een bijzonder boek zijn. Dus heb ik het maar weer eens uit de kast gehaald om er af en toe eens wat in te bladeren. Omdat het een verzameling aforisme is is dat ook de beste methode. De roman die ik nu lees De dood van Harriet Monckton van Elizabeth Haynes kun je uren lezen, Gracian is meer voor een verloren halfuurtje.

Zonder moed is kennis onvruchtbaar.’ De Spaanse jezuïet Gracián publiceerde in 1647 een handleiding voor de omgang met mensen. In deze verkorte uitgave vinden we de hoogtepunten uit dat veel geraadpleegde werkje.

Deze cynische, achristelijke intellectuele verzameling praktische leefregels beïnvloedde vooraanstaande West-Europese schrijvers en filosofen als Voltaire, Stendhal, Nietzsche en Schopenhauer.

Read more

Ik geloof dat ik iets heel doms heb gedaan. Tijdens het schrijven van mijn vorige blog kwam er ineens een advertentie van de magische Knee active plus naar voren. Nou heb ik al anderhalf jaar last van mijn knie die ineens op slot zat. Door oefeningen kon ik gelukkig vrij snel weer redelijk lopen, maar de pijn en het ongemak is nooit helemaal weg gegaan. Regelmatig heb ik een iets dikkere knie, maar dat verdwijnt in de loop van de maanden weer. Ik had het pas geleden met een vriendin die ook last heeft over het dragen van een knieband die je regelmatig bij de fysiotherapie krijgt aanbevolen. Maar deze advertentie beloofde me een volledige genezing door het dragen van een magnetische band. Als dat toch eens waar zou kunnen zijn. Ik weet dat dat niet mogelijk is, maar voor dat ik wist had ik die band toch besteld. Baat het niet…..Gisteren kwam de band binnen en het was meteen duidelijk dat het niet bij de band alleen kon blijven, dat was pas de eerste stap. Daarna volgen er nog twee die ook weer heeeeel goedkoop worden aangeboden, jaja. Ik had natuurlijk meteen op internet moeten gaan kijken want in het stuk dat ik net las wemelt het van de fouten en vreemde zinswendingen en kromme redeneringen. Ik geloof dat ik de band weer terug mag sturen en dat ik dan mijn geld weer terug krijg. Ik denk dat ik dat toch maar ga doen. Als dit echt zo goed zou helpen zou half Nederland er natuurlijk mee lopen. Zolang ik nog niet echt kreupel ben blijf ik maar gewoon doormodderen. zonder band. Ik moet ineens weer denken aan de woorden van een vriendin die in een gezondheidscentrum werkt. Ze krijgt veel oudere patiënten die denken dat er voor elke kwaal een oplossing is. Maar we slijten allemaal en moeten daar gewoon maar mee leren leven was haar uitspraak. Een goed advies denk ik. tenzij je echt niet meer kunt lopen en een nieuwe knie nodig hebt.

Ik heb afgelopen week twee boeken waarin ik begon weer weggelegd. Ontheemd van Edward Said. Die relatie tussen de oosterse en westerse wereld die hij op kritische wijze zou beschrijven kon ik niet ontdekken. De eerste 100 pagina´s gingen voornamelijk over zijn schoolperiode, met veel namen van medescholieren. Het was voor mij niet boeiend genoeg. De tweede teleurstelling was het boek van Julia Navarro. Zeg me wie ik ben. De verfilming van het boek begon deze week op Nederlan2 in 5/6 delen. Ik had er echt zin in maar de stijl stond me zo tegen dat ik toch na 100 pagina’s mee gestopt ben. Te romantisch, de liefde die als een rode draad door het boek loopt is aan mij niet besteed en ook nog eens onwaarschijnlijk. En de geschiedenis die je er bij krijgt (Spaanse burgeroorlog, WO 2, enz.) die ken ik allemaal wel. Ik ging eens grasduinen in de recensies en vond na alle laaiende recensies toch ook hier en daar wel wat kanttekeningen. Zoals hieronder….

Het verhaal is wat onwaarschijnlijk allemaal en ook wat opgevuld met bordkartonnen personages, en had het einde wat voller gekund. Maar desondanks leest deze turf (799 pagina’s!) als een trein en heb ik er een waardevolle geschiedenisles bij gekregen.

Ik ben nu begonnen aan een boek dat iemand van mijn gymclubje het beste boek vond dat ze ooit had gelezen. Het is van Qais Akbar Omar. Het fort met de negen torens. Maar ook van dit boek weet ik niet of ik het uit ga lezen. Het deed me te veel denken aan De vliegeraar Khaled Hosseini. Het verhaal van een familie die moet vluchten uit een land vol geweld. En ook hier is het de stijl die me niet zo aanspreekt. En de geschiedenis ken ik ook wel.

Ik denk dat ik toch maar ga beginnen aan een boek dat ik ook kreeg aangeraden van iemand uit datzelfde clubje, dat is het boek De dood van Harriet Monckton van Elizabeth Haynes. Zij heeft al meerder psychologische thrillers geschreven en dit boek zou op historische feiten berusten. Altijd een pre. Haynes werkte vroeger als analist bij de politie en is nu fulltime schrijver. En het is ook nog aangeraden door het DWDD-panel. Jammer dat dat soort groepjes niet meer bestaat op televisie. Brommer op zee was wel aardig, maar zo’n panel vond ik toch heel aanstekelijk werken.

Read more

Mijn zomer is goed begonnen met fantastische boeken. Omdat er in de zomer nooit veel interessants op de televisie komt lees ik veel meer als de zon schijnt (ook omdat ik dan graag buiten zit). Ik kreeg de tip van een vriendin over het boek van Philipppe Sands, De rattenlijn, Leugens, Liefde, gerechtigheid, op het pad van een nazi-vluchteling. Een op alle fronten verbijsterend boek. Hoe de massamoordenaar Otto Waechter na de oorlog weet de vluchten en met hulp van het Vaticaan bijna ontkomt. Omdat hij vlak voor zijn overtocht naar Argentinië plotseling overlijdt zijn er twijfels of hij een natuurlijke manier is overleden. Medische specialisten houden het op de ziekte van Weil na zwemmen in verontreinigd water. De gegevens/feiten die Sands over zijn wandaden naar boven weet te halen zijn overdonderend. En toch blijft de zoon van Waechter, Horst (Horst-Wessel-lied) geloven dat het een fatsoenlijke man is die probeerde Joden te helpen. Naast Otto speelt ook zijn vrouw Charlotte een grote rol in het boek. Ze roofde veel kunst uit de huizen en kasten die ze bewoonden. Sommige objecten staan nog steeds het kasteel dat zoon Horst nu bewoont. Dat de Tweede Wereldoorlog nog steeds een rol speelt in heel veel levens wordt duidelijk in dit boek. Het meest frappante aan dit boek vond ik het feit dat de katholieke kerk en de Verenigde Staten banger waren voor de communisten dan voor fascisten. Deze werkten samen en rekruteerden nazi’s om op communisten te jagen.

Een meeslepend avontuur, een verbijsterende ontdekkingsreis en een angstaanjagend en actueel portret van het kwaad in al zijn complexiteit, banaliteit, zelfrechtvaardiging en krankzinnigheid. Een verbluffend wapenfeit.’ – Stephen Fry.

Eerder die week las ik het grappige, vreemde boekje van Robbert Welagen (brommer op zee) Het verdwijnen van Robbert. Even een tussendoortje, maar wel sympathiek. Waar ik me heel erg op verheug is het nieuwe boek van Edmund de Waal. Brieven aan Comondo. Net besteld in de bibliotheek, maar ik zal niet de enige zijn en even geduld moeten hebben. De joodse bankiersfamilie Camondo vestigde zich in de jaren 1870 in Parijs. Ze betrokken een spectaculair stadspaleis aan het Parc Monceau, enkele deuren naast het huis van de familie Ephrussi – bekend uit De haas met ogen van barnsteen. De familie begaf zich in de hogere culturele kringen van de Parijse belle époque – de wereld van Proust, de gebroeders De Goncourt, maar ook van antisemitisme en de Dreyfusaffaire. Graaf Moïse de Camondo vulde het huis voor zijn zoon Nissim met de grootste privécollectie van achttiende-eeuwse Franse kunst. Toen Nissim omkwam in de Eerste Wereldoorlog, werd het huis een gedenkplaats, en dat is het tot de dag van vandaag. In 1942 werden Moïses dochter Béatrice en haar man en kinderen naar Auschwitz gedeporteerd, waar ze werden omgebracht. Dwalend door het huis brengt Edmund de Waal aan de hand van de voorwerpen, het meubilair en de kunst het huis en haar bewoners tot leven. De brieven die hij schrijft aan Camondo vormen een monument voor een unieke familie: toonaangevend in hun tijd, maar vermorzeld door de geschiedenis.

Ik had van deze schrijver al De haas met de ogen van barnsteen gelezen en vond dat de ultieme historische roman. Net als Roxane van Iperen (‘T Hooge nest) en Stefan Hermans (De opgang) is zijn nieuwe boek de geschiedenis van mensen die in hun huis hebben gewoond..

Toch nog even vermelden dat ik deze week mijn tweede prik heb gehad. Dat geeft toch een heel lekker gevoel. Ik heb totaal geen last gehad van wat dan ook, zelfs geen stijve arm. Ik had eigenlijk heel graag een stempel in mijn gele vaccinatiepaspoort boekje willen hebben maar dat bleek niet mogelijk. Ik hoorde op de dag dat ik geprikt werd pas dat dat waarschijnlijk toch mogelijk is maar niet in alle regio’s. Ook hier weer geen landelijk beleid, het is toch af en toe wel om dol van te worden. Hieronder een bericht van 2 juni, ik werd op 3 juni geprikt.

Daarom bepaalt iedere GGD zelf of de prikken daar worden bijgeschreven in het gele boekje. Dat wordt niet verboden, maar het is ook geen vast beleid. Wel krijg je altijd een registratiebewijs mee op papier. Dat registratiebewijs is volgens de GGD belangrijker dan het gele boekje.

Nou, daar gaan we dan maar van uit…..

Read more

Ik heb met stijgende bewondering het boek Wij zijn Bellingcat, hoe gewone mensen de onderzoeksjournalisten van de toekomst werden van Eliot Higgins gelezen. Toen deze werkloze journalist vanaf zijn computer in 2011 online de Arabische lente in Syrië begon te volgen, had hij niet kunnen bedenken dat hij 10 jaar later wereldberoemd zou zijn geworden met het journalistenplatform Bellingcat (2014). Op het moment dat hij er mee moest stoppen omdat zijn financiële situatie het niet toe stond om verder te gaan, werd hij benaderd door de New York Times die begon te betalen voor zijn research in online bronnen. Daarna ging het hard en kregen ze steeds meer volgers en betalers. Hij en zijn kleine team speelde een grote rol in het ontmaskeren van Ruslands inmenging in de Amerikaanse verkiezingen, de ramp met de MH17 en nog wat grote zaken. Je zou alleen het eerste en laatste hoofdstuk kunnen lezen om te weten wat kun werkwijze is en hoe belangrijk ze gaan worden. Vooral het laatste hoofdstuk (Volgende stappen, toekomstige gerechtigheid en de kracht van KI) is heel inspirerend. Hun sleutelwoorden, Identificeer, Verifieer en Breid uit. Hun kracht is samenwerking. En gerechtigheid voor alle misdaden die onder onze ogen plaats vinden. Ze willen een firewall zijn tegen desinformatie. Zijn drijfveer is een Syrische journalist die een keer wanhopig uitriep “wat heeft het allemaal voor zin”. De schurken komen overal mee weg. Higgings denkt vooral aan de lange termijn als de daders voor het Internationaal Strafhof zullen moeten verschijnen. Vooral de juridische kant van het bewaren van content om te te gebruiken in strafprocessen vond ik interessant. Ik las ook dat ze vorig jaar zijn begonnen met het geven van cursussen over de hele wereld en de eerste cursus was in Nederland. Dat zal met Christian Triebert (Pulitxer prijs 2019) te maken hebben die ook onderdeel was van Bellingcat, maar nu bij de New York Times zit. Ze hebben ook de Bellingcat Online Investigation Toolkit online gezet voor burgers die daarmee in hun dagelijks leven mee aan de slag willen. Ze benadrukken dat niet iedereen oorlogen hoeft te onderzoeken, maar dat het ook gebruikt kan worden in het dagelijks leven. Journalisten over de hele wereld worden bedreigd en zijn onze enige hoop op echte informatie. Iedereen moet dit boek lezen!!.

En nog even wat luchtiger zaken Ik kwam vorige week op mijn werk een boekje tegen dat ik niet kende, van Ed van Eeden. Literaire smaakmakers, uitgevers en hun favoriete boeken. Martin van Amerongen schreef het voorwoord. Er staan 100 titels in van beroemde en minder beroemde uitgevers als Martin Ros, Theo Sontrop, Geert Lubberhuizen, Geert van Oorschot. Van de 100 boeken had ik de helft gelezen, en van de andere helft die ik wel kende, maar links had laten liggen bij verschijnen, ga ik nu toch een aantal titels lezen. Bijvoorbeeld Peter Hoeg, Smilla’s gevoel voor sneeuw, of Kerstin Ekman, Zwart water. Over alle boeken staat een kort stukje over de ontstaansgeschiedenis en een waardering. Omdat ik toch al bezig was met voor mezelf een lijst te maken met mijn honderd beste boeken is dit een welkome aanvulling.

Omdat ik een paar weken geleden het interview zag met Robbert Welagen in Brommer op zee heb ik van de bibliotheek het boek Het verdwijnen van Robbert meegenomen en al bijna uit. Heel apart boek met veel herkenbare gevoelens, ondanks het leeftijdsverschil van hoofdpersoon en lezer.

In deze roman besluit de 25-jarige schrijver Robbert Welagen na het verschijnen van zijn debuutnovelle Lipari halsoverkop te vertrekken. Hij stopt met schrijven, gooit zijn spullen weg en verdwijnt in stilte. Hij hoopt dat de mensen hem zullen vergeten. Maar waar ga je naartoe als je wilt verdwijnen? Aan welke praktische zaken moet je denken? En kan hij Chloe vergeten, het meisje dat zijn liefde onbeantwoord liet en met een andere man trouwde? Het verdwijnen van Robbert is een tragikomisch verhaal over liefde en vriendschap, over weggaan en niet willen aankomen. Op een unieke, originele manier speelt Welagen een delicaat literair spel niet alleen met de lezer, maar óók met zichzelf. 

Read more

Ik zit al jaren in een groepje kunstliefhebbers. We trekken er regelmatig met een aantal vrienden een weekendje of een dag op uit om van alles te bekijken. We zijn naar Essen (Een bezoek aan ‘Zeche Zollverein’ is een absolute must-do. Deze oude kolenmijn en cokesfabriek staat vanwege de Bauhaus-architectuur op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO) in Duitsland geweest, naar Insel Hombroich, Document. naar de Biënnale in Venetië, maar wat we bijna jaarlijks doen is een weekendje naar het Belgische Watou, dat in de zomer twee maanden wordt omgetoverd tot een waar kunstfestijn. Nationale en internationale kunstenaars, bekend en onbekend wordt ten toon gesteld in oude boerenschuren en huizen. https://www.kunstenfestivalwatou.be/nl/watou-2021/. En afgelopen week hebben we voor het eerst in lange tijd weer eens iets om naar uit te kijken. Want naast de wandelingen door het kunstdorp is ook de sfeer in het dorp met zijn paar terrassen aan een pleintje aan de kerk een attractie. Ik las net in de Groene Amsterdammer weer een stekelige reactie op de uitspraak van Hugo de Jonge dat we als we kunst misten maar een Dvd’tje op moesten zetten. Tja, wat hadden we anders verwacht. Ook in de Groene een artikel over dat Rutte altijd zijn VVD-standpunten weet door te drukken bij de andere partijen. Nou, dat hebben we geweten met onze ministers van cultuur)

In de NRC van afgelopen week stond in de boekenbijlage een boek wat mijn aandacht trok, het was van Kees Vuyk, Oude en nieuwe ongelijkheid, over het failliet van het verheffingsideaal. Verheffingsideaal, een woord waar ik tijdens mijn bibliotheekopleiding mee opgroeide. De verantwoordelijkheid om een mooie collectie voor een stad (in mijn geval Alkmaar) op te bouwen waar mensen inspiratie, kennis en troost zouden kunnen vinden heeft mijn hele leven als leidraad gediend. Misschien dat ik het de komende tijd eens ga bestellen in de bibliotheek. Kees Vuyk heeft een paar jaar geleden ook al een dergelijke boek geschreven, De feilbare mens, waarom ongelijkheid zo slecht nog niet is. Een boek over de misvatting van liberalen dat niet slagen in het leven altijd je eigen schuld is.

En nu nog even over het nieuwe boekenprogramma Brommer op zee van Wilfried de Jong en Ruth Joos. Ik vind het een mooie aanwinst voor de boekenbranche. De verschillende onderdelen zijn goed op elkaar afgestemd zonder dat het hapsnap aanvoelt. Afgelopen week was er een interview met Chris De Stoop, waar ik eerder al eens het boek Dit is mijn hof had gelezen. Over het verdwijnen van het oude boerenleven wat eeuwenlang Europa domineerde (was niet 80/90 procent van de mensen boer tot 100 jaar geleden?). Het nieuwste boek van De Stoop Het boek Daniel gaat over de moord op zijn oom die als laatste van zijn geslacht is overgebleven op een boerderij waaraan de modernisering is voorbij gegaan. Ik ben al halverwege want ik was de afgelopen dagen weer eens wat langer in de trein. Mooi boek.

In een uithoek van het land, waar het platteland nog enigszins standhoudt, brandt de oude vierkantshoeve van Chris de Stoops oom Daniel af. In het puin wordt het lijk van de bejaarde boer aangetroffen. In de daaropvolgende weken wordt een jeugdbende opgerold, die ervan verdacht wordt Daniel vermoord te hebben.

De Stoop, geschokt door de dood van zijn oom, pleit zelf namens de familie in de rechtszaak. Na het proces gaat hij nog een stapje verder: hij gaat de confrontatie aan met de jonge daders.

In Het boek Daniel vertelt hij op aangrijpende wijze hoe twee verschillende werelden samenkomen. Hij zoekt gerechtigheid voor een oude boer voor wie niemand nog wil opkomen, maar ontrafelt ook wat er broeit in hangjongeren die lak hebben aan alles en iedereen.

Een liefdevol, meeslepend en waargebeurd verhaal – een oefening in empathie die nog lang in het hoofd van de lezer zal nawerken.

Read more

Toen ik vier geleden met pensioen ging ben ik heel veel dingen op gaan ruimen en weg gaan gooien. Maar er bleef toch nog genoeg over voor mijn naasten als ik overlijd om uit te zoeken. Daarom ben ik vandaag begonnen met de tweede ronde er weer is er toch van alles over gebleven. Ik had alle recensies van boeken die we in de boekenclub bespraken bewaard. Die zijn nu ook in de papierbak verdwenen. Wat ik nu nog heb bewaard zijn alle verslagen van de boekenclub van de afgelopen dertig jaar zodat we in ieder geval de titels van de gelezen boeken kunnen inzien. Ook heb ik alle lijsten van klassiekers die de afgelopen decennia zijn verschenen (zoals bijvoorbeeld De mooiste boeken uit de wereldliteratuur van het tijdschrift Armada, 100 boeken die geschiedenis maakten 1892-1992, De ideale bibliotheek, 100 boeken die iedereen gelezen moet hebben enz. enz) bewaard. Daar kunnen we misschien nog nieuwe titels uit halen voor de komende dertig jaar. Ook de artikelen over klassieken, wat het zijn, waarom we ze moeten lezen enz. bewaard. Ook heb ik van alle blogs (2007-2017) die ik heb geschreven voor Bibliotheekblad een print gemaakt. Ondanks dat ik die ook digitaal heb wil ik ze toch nog bewaren. Ik heb ook alle reacties van mensen nadat ik gestopt was met bloggen (we moesten het voortaan maar gratis doen!!) Ik merkte wel dat je snel verdwaald in de stapels recensies en toch de neiging krijgt om er af en toe wat uit halen. Zo vond ik een stapeltje gedichten van Fernando Pessoa, in de vertaling van August Willemsen, waar ik destijds diep van onder de indruk was. Die heb ik nog even achter gehouden. Waarschijnlijk schrijf ik de komende tijd vaker over iets wat ik in die stapel ben tegen gekomen en wat ik nog even wilde bewaren ter inspiratie.

Deze week heb ik een paar titels genoteerd uit de Minibieb der onvolprezen boeken van de VPRO waarin een aantal bekende schrijvers titels aanbevelen die een groter publiek verdienen. Bijvoorbeeld Elizabeth Strout , Ik heet Lucy Barton en Edward W. Said, Ontheemd, een jeugd in het Midden-Oosten. Hij is bekend geworden van het standaardwerk Oriëntalisme. Een paar titels had ik al gelezen, bijvoorbeeld, David Vann, Legende van een zelfmoord , en Axel Munthe Het verhaal van San Michele (dat laatste boek werd me een keer aangeraden door een oudere heer, lid van de bibliotheek die het het mooiste boek vond wat hij ooit had gelezen en inderdaad het was een schitterend boek). Dit is wat bol.com er over zegt.

Weinig boeken hebben de verbeelding van de lezer zozeer gegrepen als het levensverhaal van de Zweedse arts Axel Munthe. Met 32 miljoen exemplaren wordt het voor de bestverkochte roman van de 20ste eeuw gehouden en tot vandaag voert het jaarlijks tienduizenden bezoekers naar Capri. Het verhaal van San Michele is een levenslustig boek, geschreven door een levenslustige Zweed, die zowel armendokter in Napels was als lijfarts van het Zweedse koningshuis. Munthe vertrouwt de lezer de hoogte- en dieptepunten van zijn leven toe: een reis die van het sprookjesland van beren en trollen uit zijn kindertijd naar Parijs voert, waar hij zich als modedokter nauwelijks staande kan houden tussen zoveel vrouwelijk schoon met ingebeelde kwalen. Korte tijd werkt hij in het inferno waar Louis Pasteur onder grote maatschappelijke kritiek zijn strijd tegen hondsdolheid voert. Tenslotte vertrekt hij naar Napels, om te helpen tijdens een cholera-epidemie. Uiteindelijk leiden alle wegen naar Capri: zon, adem en leven, een schuilplaats tegen de dood. Door de jaren heen bouwt hij er uit brokstukken van het tot ruïne vervallen paleis van keizer Tiberius zijn Villa San Michele, die nog steeds te bezichtigen is op Capri. Het verhaal van San Michele is een tocht langs pooiers en bedelaars, nonnen, hoeren en dwergen, maar vooral langs Munthes eigen angst en overmoed, zijn begeerte en verdriet, zijn mededogen en sprankelende vertelkunst. Munthe schreef Het verhaal van San Michele in 1927 op Capri, in de verwachting dat een oogziekte hem binnenkort blind zou maken. Het werd in 45 talen vertaald en was meteen een onwaarschijnlijk succes. Hemzelf verraste het nog het meest. Op de vraag wat de magie van dit boek is, wist hij niet eens het genre te benoemen. Memoires? Eigenlijk niet, want het ging immers meer over anderen dan over hemzelf, en tja, er kwamen ook trollen in voor. Brokken en scherven van een prachtige ruïne, daar hield hij het op.

Read more