Ik had er nog wel zo’n zin in, Het leven in tijden van vrede van Francesco Pecoraro. Het zat zowaar in een boekenkist, terwijl het net nieuw is en ik er al een tijdje op zat te wachten bij de bibliotheek. Ik begon er gisteren in trein aan en ondanks dat ik er de kwaliteiten van zag ging het me gedurende de reis steeds meer tegen staan. Een zeventiger die terugblikt op zijn leven en zwartgallig commentaar geeft op het moderne leven. Ik liet het even zien aan mijn vriendin die al vijentwintig jaar boeken vertaald vanuit het Spaans en die schoof het al na een zin terzijde omdat hij niet logisch was, of niet klopte.
Even snel op Hebban gekeken naar een recensie en zie daar de termen langdradig (inderdaad!, hij zeurt maar door over bepaalde zaken), onrustig (ook heel waar, het schiet heen en weer) voorbij komen. De Volkskrant heeft het over ‘even doorbijten’ als de man met het IMS syndroom (Irritable male syndrom) zich de eerste 150 pagina’s voorstelt. Ik heb er duidelijk geen zin in, de tijd die ik heb om te lezen wil ik niet aan deze man besteden, ondanks een vaag gevoel dat ik wat ga missen omdat ze het maar steeds hebben over een grootse roman en het daverende vergezicht dat Ivo Brandani, de hoofdpersoon ons na 500 bladzijden zal gunnen.
Vanavond ga ik beginnen aan Klont van Maxim Februari, waarvan ik in 2007 het boek De literaire kring las (toen Maxim nog Marjolein heette) waar ik van onder de indruk was.