Vandaag mijn laatste boeken met Spaanse vertalingen in de papierbak gegooid. Een jaar geleden wilde ik al mijn hele Spaanse collectie wegdoen, maar dat werd me afgeraden door mijn studievriendin. Ik heb er overal mee lopen leuren, maar geen universiteitsbibliotheek wilde het hebben. Zelfs via Facebook raakte ik ze niet kwijt. Nu heb ik ze alsnog weg gedaan. Ik heb het niet in een keer gedaan, maar de kast over een paar maanden steeds meer ontdaan van mijn “verleden”. Het voelt als een tweede ronde in het afgooien van alles waar ik in mijn leven mee bezig ben geweest. Ik heb wel een paar boeken laten staan die waardevol voor me zijn geweest. Bijvoorbeeld La regenta, van Leopoldo Alas. Over Alas, oftewel Clarin, de journalist die maar een romans schreef heb ik mijn eindscriptie gemaakt. Alle drie de boeken zijn verbonden aan een bepaalde leraar realiseer ik me nu, Bakker, Abellan en …hoe heette die derde docent ook alweer?
Verder staan er ook drie delen van De mystieke werken van San Juan de la Cruz. Ik had het idee dat als ik met pensioen zou zijn, ik deze taaie materie op een dag zou willen lezen. Of het er ooit nog van zal komen staat nog te bezien. Als derde staat er Baltasar Gracian, Handorakel of de kunst der voorzichtigheid.
“Deze verzameling van driehonderd nogal laconieke aforismen van de Spaanse jezuïet Baltasar Gracián (1601-1658) was bestemd voor de goede verstaanders, de intellectuele elite van zijn tijd. Ze zaten vol woordspelingen, dubbelzinnigheden, paradoxen, etymologisch bepaalde betekenisnuances en ellipsen. Ze bevatten raad om ons te beschermen tegen domheid en kwade bedoelingen van anderen, om ons gezag te vergroten en onze ideeën zo vruchtbaar mogelijk naar voren te brengen en door te drukken. De spreuken zijn in het licht van de kerkelijke moraalleer niet onproblematisch; hij liet ze dan ook door een vriend onder pseudoniem ‘uitgeven’ en mengde er her en der wat onschuldige vrome spreuken doorheen. Het boekje beïnvloedde onder anderen La Rochefoucauld, Voltaire, Nietzsche en Schopenhauer (die het zelfs vertaalde). Kars’ vertaling is helder; hij loste waarschijnlijk vele stilistische ‘verduisteringen’ op. Zijn nawoord wordt helaas ontsierd door enkele onzorgvuldigheden (jezuïeten zijn bijvoorbeeld geen monniken!) en ondoordachte pedanterieën. Een ook voor de hedendaagse lezer behartigenswaardige verzameling levensregels.” Van Theo Kars staat ook in mij kast Praktische verstand; klein handboek voor non-conformisten. Over de kunst om een gelukkig leven te lijden aan de hand van citaten uit de wereldliteratuur.
Omdat ik nu een lege boekenkast moet vullen ga ik heel selectief bekijken wat daar in moet. Behalve allerlei boeken met citaten, reserveer ik ook een paar planken voor boeken die door anderen geleend kunnen worden. Meer dan die ene kast van denk ik twaalf meter ga ik niet vullen. Ik wil anderen na mij dood niet opzadelen met een gigantische collectie die uitgezocht moet worden. Ik heb al wel van diverse mensen met boekcollecties de vraag gehad of ik die na hun dood wil uitzoeken. Mijn buurman met een grote molencollectie, mijn vriend Anton Fasel, de stadsarchivaris met een geschiedenis collectie. Fasel heeft behalve veel historische boeken ook een paar leuke jeugdboeken heeft geschreven. In het regionaal archief Alkmaar vind je alle boeken en artikelen die hij geschreven heeft, dat zijn er nogal wat.